Wandeldictee

Mijn groep vindt het heerlijk om actief bezig te zijn. Naast het propjesspel bij spelling is dit ook een van de favorieten: het wandeldictee.

Dit keer heb ik ‘m net weer even anders ingezet. De 3 eerdere aangeboden categorieën wilde ik nogmaals even aan bod laten komen + een oud leerdoel. Ik heb een invulblad gemaakt met 4 hokjes, hierin heb ik de categorieën geplaatst met nog wat ruimte. De eerste opdracht was: schrijf bij iedere categorie een dicteewoord op en bedenk hier een zin bij. Controleer je dicteewoord op internet. Probeer origineel te zijn, zodat we zo min mogelijk dezelfde woorden hebben. (Ik deed een rondje om dit ook te checken)

Op het invulblad heb ik onder de 4 hokjes met categorieën ruimte gemaakt om dicteewoorden op te schrijven. De tweede opdracht was: loop door de klas en spreek een klasgenoot aan. Je vertelt jouw zin en herhaalt het dicteewoord 2x, de ander moet dit opschrijven en bedenken bij welke categorie dit woord hoort (iedere categorie heeft een kleur). Daarna kijken jullie dit woord samen na, zet je een krulletje of kruisje in het hokje ernaast en verbeter je het woord mits dit fout is. Daarna worden de rollen omgedraaid. Zo loop je 20 minuten door de klas, en probeer je zo veel mogelijk dicteewoorden te verzamelen. (Ieder kind heeft 4 dicteewoorden, dus ze kunnen zo meerdere keren bij een kind terecht wat ervoor zorgt dat er aanbod genoeg is)

Aan het eind keken we naar de dingen die ons opvielen zoals: Welke categorie beheers jij al goed? En: Welke categorieën vind jij blijkbaar nog lastig? N.a.v. hiervan hebben de leerlingen een van deze leerdoelen in hun weektaak gezet om aankomende week nog mee te oefenen. (Mits deze nog oefening nodig hebben)