Tips voor ouders met kinderen in de bovenbouw
Waar is jouw kind nu mee bezig en hoe kun jij ondersteunen?
Op het gebied van spelling is het: regels onthouden en vooral heel veel oefenen! Vaak zeggen kinderen ‘Dit heb ik al gedaan’ of ‘Ik kan dit al’ maar het feit dat ze het al eerder gedaan hebben betekent niet dat ze het beheersen. Ook betekent het niet dat wanneer je kind iets op dat moment beheerst, dat het ook echt op lange termijn blijft hangen. Het is heel logisch dat wanneer er op school een bepaalde spellingcategorie wordt aangeboden, dat jouw kind dit prima beheerst. Dit wordt immers dagelijks geoefend. Maar beheerst jouw kind dit nog over een paar maanden? Wanneer de regels misschien al wat zijn weggezakt. Daar kunt u als ouder ook op inspelen.
In het document: spellingcategorieën groep 5,6,7 en 8 kunt u een overzicht vinden van de spellingcategorieën die worden aangeboden in de bovenbouw. Dit is o.a. gebaseerd op het globale overzicht van de wettelijke leerdoelen geschreven door Tule.Slo
5 tips wat u hiermee kunt doen:
- Je kunt (een paar keer per week, eens per week of dagelijks) een dictee doen met uw kind. Neem daarvoor de woordpakketten van school of klik hier om woordpakketten van methodes te gebruiken. (De methode maakt niet uit) Doe zo’n gemiddeld 15 woorden. Maak er zinnen bij zodat het dicteewoord context krijgt. (Vb: De machine loopt vast. Schrijf op machine…..machine.) Kijk aan het eind van het dictee samen na. Laat uw kind zelf achter de foutjes komen, leg hier niet de nadruk op. Schrijf ze samen nogmaals over. Wanneer je dit regelmatig doet met je kind kom je er vanzelf achter op welke categorieën hij/zij nog extra oefening nodig heeft.
- Laat uw kind op www.spellingoefenen.nl oefenen met de categorieën die op dat moment niet meer aan bod komen in de klas.
- Download de leuke opdrachtkaartjes van Juf Linda hier en gebruik de woordpakketten van school om deze leuke opdrachten te doen. Of oefen met de categorieën die juist nu (even) niet aan bod komen. (van de link uit het eerste puntje)
- Pak 2 a4 vellen. Schrijf boven het ene vel: ‘Deze woorden kan ik schrijven’ en op de andere: ‘Deze woorden vind ik nog lastig’. Pak de woordpakketten erbij en noem telkens een woord. Het kind schrijft het woord op 1 van de twee vellen. Kijk na 15 woorden welke woorden op de bladen staan en of de spelling klopt. Heeft uw kind goed ingeschat wat hij/zij al goed kan en wat nog niet? Je kunt hierover in gesprek gaan en uw kind eventueel laten oefenen met de desbetreffende categorieën.
- Klap in je handen of gebruik een belletje voor dit spel. Neem meerdere woordpakketten en schrijf van ieder woordpakket een paar woorden op een briefje. Tot je aardig wat woorden hebt. Kies een spellingscategorie waar je op gaat letten tijdens deze ronde. (Bijvoorbeeld de ‘s) De kaartjes liggen in het midden, om de beurt draai je een kaartje om. Hoort het bij de desbetreffende categorie? Dan moet er geklapt worden of op het belletje gedrukt worden. De eerste die dat doet, wint.
Er zijn nog veel meer leuke spelletjes te doen rondom spelling. Heeft u zelf een leuk spelletje? Of heeft u een brandende vraag? Mist u iets of kan ik je ergens mee helpen? Deel het in de Teach&Cher-box op de homepagina en wie weet kan ik er iets mee!
Liefs,
Cherelle