Voorkennis ophalen & koppelen

Het ophalen van de voorkennis is een belangrijke fase van de les, maar vaak wordt dit verward met ‘Wat hebben we in de VORIGE les geleerd?’ (Dit kan namelijk iets zijn wat helemaal niets te maken heeft met het lesdoel van vandaag) Het ophalen van de voorkennis is echt een stapje terug op het lesdoel dat komen gaat.
 
Een voorbeeld:
 
Vorige week stond ik 1 dagje voor groep 6. Bij spelling leerden ze verkleinwoorden schrijven.
Ik activeerde de voorkennis met de letters van de Action. Ieder kreeg een letter en moest hier eerst zelf een zelfstandig naamwoord bedenken. (Alleen dieren of dingen) Vervolgens werd er door de klas gelopen op muziek en bij stilte een koppel gevormd. Met de letter van het maatje werd weer een zelfstandig naamwoord bedacht en opgeschreven. Zo ontstonden er een aantal woorden op het wisbordje, woorden die ik ze weer wilden laten gebruiken in het volgende deel van de les:
 
Nadat de zelfstandig naamwoorden weer fris in het brein zaten, kon ik de koppeling maken naar de verkleinwoorden. 👩🏻‍🏫:‘Wat als ik een hele grote slang heb, maar die van jou is zo: 👌🏻… Dan heb jij een klein ….?’
👦🏻: ‘SLANGETJE… !‘
👩🏻‍🏫: *Geeft nog een paar voorbeelden*
👩🏻‍🏫: ‘Probeer dit nu eens te doen met alle woorden op je wisbordje’
 
Vervolgens kwamen ze erachter dat dus niet iedereen echte zelfstandig naamwoorden had (‘Niks’ kan ik niet verkleinen juf!) Ook merkten we moeilijkheden: ‘pen – penetje – peNNetje’ Ze kwamen er zelf achter dat er verschillende achtervoegsels zijn en kwamen met dingen als: ‘Woorden die eindigen op de M hebben altijd pje? – Even uitproberen *noemt 10 woorden op*’
 
Aan de hand van alle bevindingen maakten we succescriteria en konden hiermee direct aan de slag. Het activeren van de voorkennis zorgde ervoor dat de lesstof beter opgepikt werd! (En met deze simpele werkvorm met de lettertjes waren ze ontzettend betrokken)
 
Een mooie les! Hoe activeer en koppel jij de voorkennis? Laat het mij weten:
Facebook
Twitter
LinkedIn

Een kijkje bij mijn stelles

Stellen, een belangrijk onderdeel binnen taal. Ik besteed hier veel aandacht aan in de klas, zo krijgen mijn leerlingen wekelijks een nieuwe stelopdracht n.a.v. een uitgebreide les. Deze ‘startles’ vindt altijd plaats op maandag, zodat de andere dagen verder aan de stelopdracht gewerkt kan worden. Vrijdag moet het af zijn en dus ingeleverd zijn met een tekening. Maar, wat gaat hier allemaal aan vooraf?

Ik probeer je een kijkje te geven binnen zo’n ‘start-les’. Zo’n les maak ik volledig zelf, aan de hand van EDI 2.0 en in combinatie met Assessment For Learning met mijn eigen sausje eroverheen. Wat doe ik dan precies?

  1. Voorkennis activeren:

Om ‘dat wat ze al weten’ te kunnen koppelen aan de nieuwe informatie, laat ik verschillende teksten op het bord zien. Deze hoeven niet volledig gelezen te worden, het gaat om het herkennen van teksten. Ik geef hier een stelling bij en de leerlingen moeten naar links als het fout is en naar rechts als het goed is. Dit wordt telkens kort nabesproken. Wat weten we al? Waar herkennen we bepaalde teksten aan? Wat voor doel hebben deze teksten?

  1. Lesdoel achterhalen:

Nadat we in de ‘stel-stand’ staan, open ik de les met iets prikkelends. (zie foto onder deze tekst) Tijdens deze les was dit een zelfverzonnen krantenartikel ‘Nieuwste Airforce Telefoon’, een bijzonder (aansprekend) onderwerp met een gekke foto van mezelf. Hierdoor is er direct interesse en vooral ‘nieuwsgierigheid.’ Aan de hand hiervan gingen we in gesprek over wat hier stond, waarom dit je pakt en wat dit voor tekst is. Daarna werd er door de leerlingen onderling nagedacht wat het lesdoel van deze les zou zijn, namelijk het schrijven van een krantenartikel.

  1. Instructie concept

Ik leg vervolgens simpel en kort uit wat de definitie van een krantenartikel/nieuwsbericht is en geef hier concrete en visuele voorbeelden bij.

  1. Instructie vaardigheid & begeleide inoefening

Nadat de definitie van het concept duidelijk is gaan we over naar het onderdeel waarbij duidelijk wordt waar een krantenartikel aan moet voldoen. Ik geef aan de hand van het voorbeeld-krantenartikel een x-aantal succescriteria. Niet alle criteria geef ik direct weg, we ontdekken er samen nog 2 en vervolgens gaan de leerlingen in tweetallen uiteen om zelf na te denken over de criteria waar een krantenartikel nog meer aan moet voldoen. De leerlingen krijgen, om hen op weg te helpen, twee voorbeelden met een venndiagram. Hierin beschrijven ze wat overeenkomsten en verschillen zijn. Zo komen ze erachter wat een goed krantenartikel echt moet hebben. Nadat de leerlingen samen tot succescriteria gekomen zijn, bespreek ik met de klas de twee artikelen. Welke feedback zouden we kunnen we deze ‘kinderen’ geven aan de hand van de checklist? Missen we nog onderdelen? Kunnen we nu aan de slag?

  1. Kleine lesafsluiting

Na het opstellen van de check-list pakken de leerlingen ieder een eigen titel van het bord. Dit is hun richtlijn en houvast voor het krantenartikel. Ik check wie er nog extra hulp kan gebruiken. De leerlingen gaan nu aan de slag met de check-list en ik help de leerlingen die dit nodig hebben, even op weg. We stellen bijvoorbeeld samen een wie, wat, waar op. Ik geef concrete voorbeelden en schrijf in Word mijn eigen krantenartikel zodat ze een beeld krijgen van de instructie die ik geef.

  1. Zelfstandige verwerking

Iedereen is bezig met het schrijven van zijn krantenartikel. Ik loop rond, observeer en geef gericht feedback. Na ongeveer een kwartier schrijven doe ik een ‘mid-lesson-stop’. Iedereen stopt met schrijven en wisselt van blaadje & check-list. (Nee, ze zijn nog niet klaar! Dat is juist het punt!) Aan de hand van de opgestelde criteria kan er gericht feedback gegeven worden door een maatje, midden-in het proces. Er wordt afgevinkt wat al terug te lezen is in het krantenartikel en er worden twee complimenten en 1 verbeterpunt opgeschreven. Met deze feedback op zak gaat iedereen weer verder, de feedback moet direct verwerkt worden.

  1. Grote lesafsluiting

Na dik een uur stop ik de les. De krantenartikelen zijn nog niet af, dat is het doel ook niet. Om een goed krantenartikel te schrijven moet er tussentijds meerdere keren feedback gegeven worden waarna de leerling zijn artikel kan bijstellen. Ik sluit de les af met Lumio, waar leerlingen hun antwoord op de volgende vragen naar het bord sturen: ‘Hoe was jouw werkhouding? Wat ging er goed? Wat kon beter? Welke mooie feedbackpunten kreeg je en hoe ga je nu verder?’ Na een kort gesprek sluit ik de les af en is de opdracht voor de leerlingen hun klad artikel af te maken in de loop van de week en zelf te checken of aan alle criteria voldaan is. Als ze dit zelf gecheckt hebben vragen ze feedback aan een maatje, wederom met de checklist. (Dit allemaal in de loop van dezelfde week) Als deze feedback verwerkt is, in het klad (met potlood), leveren ze het in bij mij en krijgen ze voor de laatste keer feedback. Na goedkeuring van het klad, mag het ‘net’ geschreven worden in het opstelschrift waar dan een tekening bij komt. Dit wordt op vrijdag ingeleverd zodat ik een blik kan werpen op de laatste versie. Zo ontstaat er een heel schrift vol met stelopdrachten die we weer kunnen laten zien aan ouders.

Wat ik zie bij mijn leerlingen is dat ze in een korte tijd, aanzienlijk beter geworden zijn in het stellen. Ze zijn gewend aan het herschrijven van hun tekst, leren kritisch kijken naar andermans- maar ook eigen werk en nemen feedback ook weer mee naar een volgende opdracht. Een mooie ontwikkeling!

Wil jij precies weten hoe deze les verloopt? Ben je benieuwd naar de opbouw? Wil je ook zo’n les geven of wellicht precies dezelfde les geven? Via deze link (klik) om je bij de materialen. Voor een kleine prijs kun je de gehele les aanschaffen. Naar aanleiding van de PowerPoint zou je je vervolg stellessen volgens dezelfde opbouw kunnen geven.

De materialen:

  • De gehele PowerPoint met alle opdrachten/fases.
  • Toegang tot het zelfgemaakte krantenartikel als startopdracht.
  • De check-list (het succescriteria formulier)
  • Meer dan 25 pakkende krantenkoppen (titels).
  • Een venndiagram met 2 verschillende krantenartikelen om feedback op te geven. (Als in: ‘Geschreven door kinderen’)
  • Toegang tot een uitgebreidere video.
 
Wil je meer informatie of contact? Stuur een mail naar cherelle@teachandcher.nl

Interview Biotoop – Cherelle

Voor de vakantie mocht ik Paulien van Didactiefonline ontvangen in mijn klas. Zij kwam een les meekijken en daarna heb ik een leuk gesprek met haar gevoerd. Aan de hand van dit bezoek en het gesprek heeft zij een mooi stuk geschreven in het tijdschrift van didactiefonline. Hierin vertelt ze onder andere over het reactiespel waar ik de les mee opende. Dit reactiespel kun je hier gratis downloaden.

Klik op de onderstaande button om het hele stuk te lezen:

De meisjes van groep 7/8, 2020 - Fotograaf: Romy Ottenheim

Gemakkelijk de voorkennis activeren

Mooie formulieren, formats en kaartjes zijn natuurlijk altijd fijn om te gebruiken. Maar, hier is niet altijd tijd voor en soms is het ook gewoon onnodig. Soms kan het allemaal veel sneller en effectiever en daar houd ik van!

Zo ook bij het activeren van de voorkennis, voorafgaand de ‘echte start’ van je les. Dit is een moment om de leerlingen echt even ‘aan’ te zetten voor jouw les maar het is ook een moment om de leerstof die ze nodig hebben voor het komende leerdoel even omhoog te halen. Zo kan oude informatie aan nieuwe informatie gekoppeld worden. Dit wordt vaak nog verward met ‘Wat hebben we gisteren bij de rekenles gedaan? – De tafels – Oke, vandaag gaan we wegen‘. Bij het activeren van de voorkennis gaat het echt om het stapje VOOR het leerdoel dat aangeboden gaat worden.

Ik gebruik tijdens deze fase van de les vaak korte, actieve werkvormen met weinig voorbereidingstijd zoals de onderstaande. In deze les stond het herhalen van cijferend optellen en aftrekken met duizendtallen centraal. Een stapje terug hierin is bijvoorbeeld het optellen en aftrekken met honderdtallen >> hoofdrekenen.

Snelle werkvorm:

Ik gaf iedereen een memoblaadje en vroeg hen hier een getal op te schrijven tussen de 50 en 400. 

Vervolgens liep iedereen met een wisbordje door de klas en moesten ze op mijn teken een maatje zoeken. Er volgde 2 opdrachten:

  1. Tel jullie beiden getallen bij elkaar op.
  2. Trek het kleinste getal van het grootste getal af. 

Dit rekenden ze afzonderlijk van elkaar uit (hoofdrekenen). Daarna werd er gekeken of ze dezelfde antwoorden hadden en werd er eventueel gecorrigeerd.

Geen werkbladen, formats of kaartjes zijn hier aan te pas gekomen. Even snel en vlot, met memoblaadje! 

Tijdens de instructie van het concept ‘cijferen’ kon ik een brug slaan tussen het hoofdrekenen en het cijferend rekenen. In welke situaties cijfer je en wanneer reken je iets uit je hoofd uit? Wat doe je met cijferen? (Constant hoofdrekenen onder de 20) Wat zijn de waardes van de getallen? Tijdens de instructie werd de verbinding gemaakt tussen de betekenis van die 2 nullen die er bij de duizendtallen bij komen tijdens het cijferen.

Dit is slechts een voorbeeld van het activeren en is niks bijzonders, maar wel effectief! Welke snelle, activerende werkvormen gebruik jij aan het begin van je les? Laat het weten via mijn socials. Hier kun je ook de video bekijken.

De tip om handig en snel (toetsen) na te kijken

Snel nakijken en invoeren, ik heb de tip

 

Tijd is kostbaar, daar ben ik me ontzettend bewust van.
Ik vind het belangrijk dat er zoveel mogelijk tijd gaat naar het voorbereiden van goede lessen en dus het neerzetten van goed onderwijs.

 

Nu is de (cito)toetsperiode bij ons van start gegaan en daar komt het nodige nakijken, invoeren en analyseren bij kijken. Het nakijken kost soms onnodig veel tijd, tijd die ik in mijn leerlingen wil steken. Dat moet sneller en effectiever kunnen. De drempeltoets had, toen ik ‘m deed, van die handige doorzichtige nakijkbladen waar je de toets onder kon leggen. Ik besloot zoiets ook te maken, want dat betekent dat ik de toets daarin kan schuiven en in 1 oogopslag zie wat goed en fout is. Het leerlingvolgsysteem ernaast en hoppa, binnen een kwartier had ik alles nagekeken en ingevoerd!

 

Zo deed ik dit bij begrijpend lezen. Hier was geen invulblad voor, want de leerlingen mogen in het boekje schrijven. Dat mag bij mij ook, ze markeren de tekst nog steeds maar ze geven antwoord op het antwoordblad dat ik gemaakt heb. Dit maakt het nakijken namelijk veel makkelijker en sneller dan alle boekjes doorbladeren.

 

Dit is hoe je dat doet bij meerkeuze toetsen:

 

  1. Maak een antwoordformulier als deze er niet is. (A-B-C-D)
  2. Laat de leerlingen antwoord geven met een opvallend kleurtje. (Inkleuren van het antwoord)
  3. Schuif een leeg antwoordformulier in een doorzichtige hoes. (Met open bovenkant en/of open zijkant)
  4. Kleur met permanente stift de antwoorden in.
  5. Haal het lege antwoordformulier eruit en plaats hier telkens een antwoordformulier van een leerling.
  6. Alle kleurtjes die buiten jouw zwarte bolletjes vallen, zijn fout. Dit kun je direct in het systeem invoeren (fouten aanklikken kan heel makkelijk zo)
  7. Tip: Als je de leerlingen zelf een analyse wil laten maken op een later moment, staan er nu geen krulletjes op streepjes op hun antwoordbladen… Laat de antwoorden op het bord zien en laat ze zelf nakijken welke goed/fout zijn en dit invullen op de analyse.
Heb jij nog een handige nakijk tip? Laat het weten via mijn socials!

Betrokkenheid bij saaie onderdelen

Hoe houd ik mijn leerlingen betrokken bij ‘saaie’ onderdelen zoals begrijpend lezen, technisch lezen of taalverzorging?

Lachwekkende teksten, shockerende plaatjes, teksten die vragen opleveren en prikkelen zorgen er vaak voor dat mijn leerlingen betrokken zijn bij de les. Ik maak regelmatig gebruik van aparte teksten, die vanaf het begin al vragen opleveren. Van die nieuwsgierigheid moet je het hebben! Ik pas de tekst vaak aan, omdat ik er een bepaald leerdoel in wil verwerken (aanhalingstekens bijvoorbeeld) Ik maak rondom deze tekst mijn eigen les met opdrachten. Zo pakte ik voor een lesje taalverzorging twee weken geleden een artikel van de kidsweek over een vrouw die nagels had van 576 cm lang. Het plaatje alleen al trok de aandacht. Ik paste de tekst aan en schreef ‘m zo, dat alles waar ik aandacht aan wilde besteden aan bod kwam.

Hoe was mijn les opgebouwd?

Ik begon deze les met de foto van deze vrouw die je hierboven ziet met de bijzonder lange nagels. Ik stelde de vraag: ‘Wat gaat er nu door je hoofd heen? Waar denk je aan als je dit ziet?’ Met hilarische antwoorden zoals: ‘Ik vraag me af hoe ze haar billen afveegt’ en ‘Zou ze geen pijn hebben aan haar vingers?’ begonnen we deze les met nieuwsgierigheid en een leuk gesprek.

Vervolgens kreeg iedereen het korte artikel te lezen. Nadat iedereen het voor zichzelf gelezen had, lazen we het nogmaals samen. Hadden we al antwoord op onze vragen? Wat weten we nu, wat we eerder nog niet wisten? Wat viel je op? Wat voor soort tekst is dit?

Na het lezen van de tekst kregen ze een x aantal opdrachten. Een voorbeeld hiervan:

  • Kleur de zin die in directe rede staat blauw.
  • Kleur alle telwoorden in de tekst rood.
  • Schrijf 5 werkwoorden op die in enkelvoud – tegenwoordige tijd staan.
  • Schrijf een zin op uit de tekst en ontleed deze, (PV – GEZ- O – LV), controleer met je buurman.
  • Enzovoort…

Aan het eind vroeg ik ze een extra alinea te schrijven. Een alinea die ertussen mocht of aan het eind erbij kon. Ze mochten het zo gek bedenken als ze zelf wilden. De alinea moest wel aan bepaalde criteria voldoen:

  1. De alinea bevat minstens 10 zinnen.
  2. De alinea bevat hoofdletters, punten, vraagtekens, uitroeptekens, komma’s en aanhalingstekens waar nodig.
  3. De alinea bevat duidelijke zinnen, met een goede zinsopbouw.
  4. De alinea bevat correct gespelde woorden.
  5. De alinea is in lijn met het artikel, het past erbij.

Nadat deze alinea’s geschreven waren, mocht een ieder die dit wilde zijn/haar geschreven stukje voorlezen. Met hilarische en mooie alinea’s als resultaat! (Zie video)

We sloten de les af met een filmpje van deze vrouw, want we wilden natuurlijk allemaal dolgraag weten hoe ze dit nou eigenlijk allemaal deed.

Deze les genereerde 100% betrokkenheid bij mijn leerlingen, ze waren ontzettend gedreven. Dit is een klein en simpel voorbeeldje van een korte les die ik deed bij taalverzorging. Teksten zijn vaak lang en niet boeiend, maak er iets verrassends van en kijk wat het doet! Regelmatig ga ik even ‘out-of-the-box’ door een gekke tekst op te zoeken waar ik vragen bij stel of maak, moppen die we uitpluizen, gekke nieuwsberichten die we voorlezen als nieuwslezers… Dat maakt dat ze nieuwsgierig worden en ze geprikkeld raken.Juist bij dit soort vakken, heb je dat af en toe nodig.

Aan het eind van het jaar is de motivatie soms ver te zoeken en wellicht is dit ook iets voor jou.

Speed-Up!

Speed-up inzetten

Speed-up is een spelvorm in SLSO. Je hebt hiervoor 1 device per 2 leerlingen nodig. In Speed-Up kun je zelf vragen zetten met een A-B-C-D antwoord. Dit spel kan met twee tot 4 spelers gedaan worden, maar omdat de leerlingen op hetzelfde scherm moet klikken worden 2 spelers aangeraden. 

In het filmpje zie je hoe ik dit inzet als afsluiting van een taalles. Ik heb het te benoemen zinsdeel in hoofdletters geschreven zodat duidelijk is om welk stukje van de zin het gaat.

Speed-up kun je gemakkelijk inzetten bij spelling, taal of rekenen. Voorbeelden daarvan:

  • Spelling  Zoek de fout. Welk woord is fout gespeld? Werkwoordspelling. Bij welke categorie hoort dit woord?
  • Rekenen  keersommen, minsommen, plussommen, deelsommen.
  • Taal  Woordsoorten benoemen, zinsdelen benoemen, woordenschat, spreekwoorden.

Mijn leerlingen zijn elke keer weer enthousiast. Probeer het eens uit!

Heb jij al een gratis SLSO account? Nee? Klik dan hier.

Ben jij benieuwd wat je nog meer kunt doen met SLSO? Schrijf je dan in voor de online inspiratiesessie op 26 mei van 15:00 tot 16:00. Klik hier.

10 handige weetjes

10 dingen die jij wellicht nog niets wist over SMART Learning Suite Online.(Klik hier voor een gratis account)Wist je dat: 

  • SLSO nu ook GRATIS te gebruiken is? Voorheen kon je 45 dagen uitproberen en daarna kon je geen gebruik meer maken van SLSO. Nu kun je er gratis gebruik van blijven maken. Je kunt hierin 5 volledige lessen maken en bewaren. Het fijne aan een betaald account is dat je onbeperkt lessen kunt blijven maken, delen en bewaren! Klik op de link hierboven op een account aan te maken.
  • Je via de knop ‘Manipulatives’, verschillende formats kunt vinden om te gebruiken in je les? Zo kun je gebruik maken van muntsoorten en hiermee iedereen aan de slag laten gaan via zijn device maar er zijn bijvoorbeeld ook klokken beschikbaar waarin je de wijzers kunt laten tekenen of de digitale tijd kunt laten opschrijven. Er zijn op dit moment 15 formats te gebruiken, check them out! 
  •  Je via de knop ‘Graphic organizers’ verschillende tabellen, samenwerkings werkbladen en andere modellen kunt gebruiken? Van een woordweb en kleurentabel tot aan een venn diagram… Je kunt het niet alleen inzetten om jouw leerlingen tot samenwerken aan te zetten maar je kunt deze elementen ook gebruiken om nog meer input van je leerlingen te krijgen in je lessen. Gebruik bijvoorbeeld eens een ‘Tree Chart’ tijdens begrijpend lezen en laat jouw leerlingen de tekst zo onderverdelen. Zoals in het voorbeeld hieronder, bij een tekst over de koningsspelen. Dit kun je iedereen afzonderlijk via hun eigen device laten invullen, jij ziet in een overzicht precies wat iedere leerling invult, je kan hier feedback op geven en een goed voorbeeld eruit pikken om klassikaal te laten zien. Works for me! 
  • Je jouw PowerPoints of PDF’s gemaakt via Canva makkelijk kunt toevoegen aan jouw les? Zo kun je tussendoor interactie genereren door tussen je slides elementen toe te voegen zoals ‘Shout-it-out’ of ‘een Monsterquiz’. 
  • Je jouw lessen & games via SLSO kunt delen? Als jij een supertoffe quiz hebt gemaakt, kan jouw collega hier ook makkelijk gebruik van maken door de link met elkaar te delen. (En andersom natuurlijk)
  • Je SLSO makkelijk kunt inzetten in verschillende elementen van je les?Zo kun je de voorkennis activeren met een game of interactieve quiz, je kan de slides gebruiken bij je uitleg en daarbij leerlingen betrokken houden door hen input te laten geven via ‘Shout-it-out’. Je kunt de leerlingen de leerstof laten verwerken door het werkblad digitaal te maken en je kan ideaal toetsen/evalueren met de verschillende opties hiervoor in de software. 
  • Je ook video’s vanuit YouTube aan je lessen kunt toevoegen? Zo hoef je niet steeds te wisselen van scherm.
  • SLSO steeds nieuwe elementen blijft toevoegen aan de software? Zo is er als laatst een woordzoeker-maker aan het programma toegevoegd! Leuk om je spellingsles mee te beginnen 😀
  • Er steeds meer Nederlandse dingen op komen te staan? Doordat SLSO nu steeds bekender wordt in Nederland, voegen steeds meer mensen lessen en formats toe om te gebruiken in het Nederlands. Dus hoe meer leerkrachten ermee aan de slag gaan, hoe meer materiaal er te delen valt 😀
  • Ik binnenkort een GRATIS online inspiratiesessie mag verzorgen over SLSO? Hierin laat ik de meerwaarde van de software zien voor binnen jouw lesgeven en geef ik handige tips/tricks voor het gebruik ervan. Heb jij hier interesse in? Vul dan hieronder jouw naam en e-mailadres in. Bij genoeg animo stuur ik jou de datum en overige informatie!

Game Show als afsluiting van je les

In eerdere filmpjes heb je het vast wel eens voorbij zien komen. Mijn favoriete software: Smart Learning Suite Online. 

In de bovenstaande video deel ik weer een mooi element van deze tool namelijk: ‘Game Show’ Het spel is opgebouwd uit een vraag en A-B-C-D antwoorden. De inhoud hiervan bepaal jij. 

Hoe heb ik dit ingezet?

Ik gebruik Game Show regelmatig aan het begin of eind van mijn les. De leerlingen gaan in tweetallen met 1 device aan de slag. Om de beurt krijgen de leerlingen een vraag, het spel houdt de punten bij. Het rad bepaalt hoeveel punten de vragen waard zijn. 

Wat vind ik hier zo fijn aan?

Ik vind het belangrijk dat al mijn leerlingen actief meedoen. Dit spel zorgt ervoor dat iedereen tegelijkertijd aan de slag is. Het verhoogt de betrokkenheid en het spel maakt het aantrekkelijk voor de leerlingen.

Inzetten aan het begin van de les:

Zoals je ziet in het filmpje haal ik de voorkennis op met een Game Show. Ik verwerk de lesstof hierin die vooraf gaat aan het leerdoel dat komen gaat in deze les. (Een stapje terug dus, voordat je de nieuwe lesstof aanbiedt) In dit geval waren dat de eerder aangeboden woordsoorten. Zo zorg ik ervoor dat iedereen actief en betrokken de voorkennis aan het ophalen is. Als hier vragen of moeilijkheden uit voort komen weet ik dat de lesstof die gepland staat nog even moet wachten en ik nog even aandacht moet besteden aan de lesstof waarvan ik dacht dat dit al beheerst was. Een mooie check dus 😉

Inzetten aan het eind van de les:

Als ik dit inzet aan het eind van de les laat ik de leerlingen turven hoeveel vragen ze in één keer goed hadden en benoemen welke vragen nog lastig waren. Zo kan ik de juiste keuze maken voor de volgende les. Je kan (nu nog niet) zien hoe de quiz gemaakt is door je leerlingen. Dat komt omdat de vragen net zo lang terug blijven bouncen tot dat het uiteindelijk goed is. 

Heb jij al een gratis account aangemaakt op Smart Learning Suite?

Zo nee: Klik dan hier. Zo ja, bespaar jezelf de moeite en gebruik deze kant-en-klare Game Show over woordsoorten door  hier te klikken (kan alleen als je al een account hebt)

Deel dit item op je socials met de onderstaande knoppen:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest

Pop-its in je leesles

Pop-its! Dé rage van dit moment! In dit item kon je lezen hoe Juf Joyce dit super tof inzette voor de woordsoorten.

Naar aanleiding van dit toffe idee van Joyce, ben ik gaan nadenken over de onderdelen waar mijn leerlingen wel een extra stukje motivatie voor konden gebruiken. Dat bracht mij bij: LEZEN! Hier is niet elke leerling even enthousiast over helaas, dus ik bedacht een boost!

Hoe kon ik ál mijn leerlingen optimaal betrekken, in beweging zetten en aanzetten tot lezen? Het antwoord op deze vraag zat ‘m in het: ‘lezen & poppen!!’ Dit zijn 4 actieve werkvormen gespeeld in rondes, waarin mijn leerlingen aan de slag gingen met verschillende manieren van lezen. Daar gebruikte ik de pop-its bij! Na wat goede afspraken over het wel/niet gebruiken van de pop-its, konden we een uur lang aan de slag. Een uur bezig zijn met lezen, dat was nog niet eerder gelukt zonder het nodige zuchten en puffen. Het was een groot succes en zeker voor herhaling vatbaar. Lezen in het laatste uurtje van de middag is op deze manier ineens niet zo heel erg meer 🙂

Ik heb hard gewerkt aan deze ideeën en de daarbij behorende materialen. Het verhaal dat je hoort in de video is geschreven door mij, met de belevingswereld van de kinderen van de bovenbouw als uitgangspunt. Alle werkvormen en de daarbijbehorende materialen heb ik geüpload op mijn website en kun jij zo gebruiken! Daar hoef je niets voor te doen, (behalve het toevoegen aan je winkelwagen dan ;))

Benieuwd naar de materialen? Klik dan hier