13 tips voor de laatste weken (van groep 8)

Top 13 dingen die je kunt doen in de laatste weken van groep 8: 

  1. VO-lessen geven. Geef les in de vakken die ze volgend jaar krijgen. Zo kun je een lesje wiskunde aanbieden, Duits, Frans, maatschappijleer of wellicht natuurkunde. De leerlingen blijken hier enorm gemotiveerd voor want dit is al een stapje verder dan ‘gewone groep 8 stof’ 
  2. De leerlingen les laten geven. Laat de leerlingen een hele les voorbereiden voor hun eigen klas of voor een andere klas. Geef ze desnoods een opbouw van een les mee. Laat ze het in PowerPoint maken zodat alles echt helder is voor de leerlingen die meedoen met de les. 
  3. Brief aan de mentor. Laat de leerlingen voor een stelopdracht een brief schrijven aan de nieuwe mentor. Brainstorm met elkaar waar een goede, (in)formele brief aan moet voldoen en laat ze het klas schrijven. Zorg voor een onderling feedback moment waarna ze de feedback moeten verwerken. Ik geef altijd tijdens de uitwisseling de brieven aan de mentoren, je kunt ze ook opsturen. Wordt altijd erg gewaardeerd! 
  4. Inzicht in eigen gedrag/kunnen met het kwaliteitenspel. Ken je het kernkwadrantenspel van Ofman? Dit is ideaal voor leerlingen om inzicht te krijgen in hun eigen kwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen. Bekijk de uitleg de kernkwadranten hier. Ik speel dit met de zelfgemaakte kaartjes van juf Tanisha (hier aan te schaffen) Nadat de leerlingen de kernkwadranten gelegd hebben kun je hier een goed gesprek over voeren en gedragsleerdoelen laten maken die hen volgend jaar kunnen helpen op het VO.
  5. Reclame maken. Laat de leerlingen een reclame maken voor een product (stelopdracht) en hier een video bij laten maken die je kunt laten zien op de afscheidsavond. (Zie post op de instagram van @Teach_and_Cher) 
  6. Afscheidscadeau. Laat de leerlingen een bijdrage leveren aan hun eigen afscheidscadeautje. Geef iedereen een wit T-shirt en laat gedurende de week de leerlingen & de leerkrachten hier iets op laten schrijven/tekenen. 
    Je kunt er ook voor kiezen om ze zelf een ontwerp te laten maken op de voorkant en alleen de achterkant te gebruiken voor lieve woorden van een ander. 
  7. Ontwerp je eigen schoen (tekenopdracht). Print een paar leuke kleurplaten uit van sneakers. (Of gebruik deze gratis download)Geef voorbeelden van 2D reclames van schoenen, brainstorm over wat een goede reclame moet bevatten en maak een pamflet voor een nieuwe schoen. (Korte, leuke quote erbij) Bekijk de post van teach_and_cher voor voorbeelden.
  8. Werkwoordspelling – Doe veel werkvormen & leuke activiteiten rondom werkwoordspelling. Dit hebben ze namelijk eindeloos nodig. Maak een quiz, doe een coöperatieve werkvorm, maak een buitenles.  
  9. Een TikTok met lesstof. Laat ze een TikTok video maken om lesstof te onthouden. (De regels van werkwoordspelling bijvoorbeeld) 
  10. ABC-tjes. Deel een blad uit met het alfabet en ruimtes erachter. Benoem telkens een categorie (merken, dieren, namen van bekende mensen etc.) en kijk wie de meest originele dingen weet op te schrijven. Je kunt dit ook in groepjes laten doen, zo kan er makkelijker gecontroleerd worden wie punten kan krijgen voor originele antwoorden. Klik hier om de spelbladen gratis te downloaden.
  11. Het categorieën spel. Speel het spel waarbij je telkens een letter noemt, alle categorieën moeten gevuld worden en beginnen met deze letter. Alleen de originele antwoorden verdienen punten. Ook dit spel kun je in kleine groepjes laten doen om zo de puntentelling makkelijker te maken. Klik hier om de spelbladen gratis te downloaden. (10 & 11 zit in 1 document)
  12. Puzzel circuit – Leg bij ieder groepje een andere soort puzzel neer. Geef telkens 5 minuten de tijd. Lukt het om de puzzel/raadsel op te lossen? Dan krijg je een x-aantal punten. Geef de leerlingen allerlei soorten puzzels. Zo heb je van die puzzels waarbij tekentjes getallen moeten zijn, geef een rebus, een woordzoeker, een mastermind code (groepje wat jij begeleidt) etc. etc. Tip: Leuk is als je 1 puzzel van de kleuters met veel stukjes in een bepaalde tijd laat maken. Een tangram doet het ook altijd goed! 
  13. Afscheidscadeau voor de school. Bedenk een leuk afscheidscadeau voor de school, een groot project war ze meerdere dagen aan kunnen werken. Denk aan een groot schilderij o.i.d. waar iedereen een bijdrage aan levert. Of allerlei kleine schilderijtjes die 1 geheel vormen. 
  14. Vergeet vooral niet te genieten van je leerlingen. Maak mooie herinneringen <3
Volg mijn instagram teach_and_cher of Facebookpagina Teach&Cher voor meer onderwijsinspiratie 😀

Zelfreflectie bij technisch lezen

Zelfreflectie, kritisch durven kijken naar je eigen kunnen, dat is iets wat je moet leren. Kinderen vinden al snel iets heel goed of juist heel slecht van zichzelf. Maar hoe leer je ze dat goed kijken naar jezelf je een stap verder kan brengen? Het ideale vak om hiermee aan de slag te gaan is technisch lezen. 

In mijn klas wordt er enorm veel met feedback gedaan. In een eerdere blog schreef ik hoe ik leerlingen stimuleer effectieve feedback op elkaar te geven met behulp van een feedbackformulier. Naast dat zij elkaar feedback geven en ik hen regelmatig van feedback voorzie, maak ik dus ook veel gebruik van zelfreflectie. De leerlingen hebben door het jaar heen kritisch naar zichzelf leren kijken om zo een stap te maken binnen hun ontwikkeling.

Dat klinkt allemaal heel mooi, maar hoe ziet dat er concreet uit?

Technisch lezen is de ideale manier om de leerlingen goed naar zichzelf te laten kijken. Door de leerlingen te laten voorlezen ‘aan zichzelf’ en dit op te nemen, laat ik hen op een andere manier naar zichzelf kijken. In het begin is dit super ‘awkward’ en vinden ze dit heel gek. Naar mate we dit vaker deden werd dit normaal. Het helpt dat deze opname puur en alleen voor henzelf is. Ze hoeven niet naar elkaars opnames te kijken (mag wel) en ik hoef die video’s ook niet allemaal te bekijken. (Ik doe wel feedback rondes) Ze leren verder kijken dan (‘oh nee kijk hoe ik praat’ of ‘waarom doe ik zo?’) Ze leren, naar mate ze het vaker doen, kijken naar WAT doe ik nu. Wat is hier GOED aan en wat kan beter? 

Hoe werkt het?

Een ieder neemt een stuk uit een boek en leest dit voor met de Ipad gericht op zichzelf of zonder camera met alleen geluid (niet iedereen vindt het beeld van zichzelf fijn en willen het alleen horen). Nadat ze een stukje van ongeveer 1 a 2 minuten hebben opgenomen, luisteren ze dit een paar keer terug. De eerste keer luisteren ze en lezen ze mee met de tekst erbij. De tweede keer luisteren ze alleen naar het opgenomen stukje en de derde keer luisteren ze en schrijven ze de feedback op. Mooi hieraan is dat ze dus meelezen en zien waar fouten zitten, maar ook luisteren naar of ze nu echt begrijpen wat ze zelf proberen over te laten komen. Door het meerdere malen terug te luisteren horen ze wat er beter kan. Nadat ze feedback opgeschreven hebben, is de kunst om deze feedback dus ook te verwerken. Ze gaan nogmaals het stukje lezen en nemen dit weer op, ditmaal dus een ‘verbeterde versie’. Ook naar deze versie luisteren ze opnieuw. Dit doen we ongeveer 20 minuten lang. Ze mogen ook andere stukjes lezen, zo lang ieder stukje maar 2 keer gelezen is & dus 2 keer is opgenomen. 

Hiermee leren de leerlingen ook dat feedback niet iets is wat je gewoon geeft of krijgt maar dat het pas effectief is als je er iets mee doet. Feedback is een cadeautje, in dit geval aan jezelf.

Soms geef ik tijdens zo’n les een specifiek leesdoel mee: ‘Vandaag wil ik dat je speelt met het tempo. Lees een bepaald personage met een snellere, vluchtige stem en zorg bijvoorbeeld dat het verhaal erg rustig verteld wordt’ 

Doordat mijn leerlingen veel met feedback doen in de klas, kunnen ze best kritisch zijn naar zichzelf. Daar waar zij twee jaar geleden aangaven alles al te kunnen, zien ze nu telkens toch verbeterpuntjes. Ik zie groei bij ze, in mindset maar zeker ook binnen het lezen. De wil om beter te worden is er constant en dat is een absolute win-win. Een tip van mij, probeer het eens uit en kijk wat het doet!

Bekijk de video vanuit de praktijk op mijn instagram: teach_and_cher

4 op een rij tijdens het rekencircuit

4 op een rij in lumio

Je kent het spel 4 op een rij vast wel. Om de beurt schuif je een fiche in het ruitje, wie als eerst 4 van zijn fiches op ene rij heeft, wint! Toen ik dit format in Lumio zag, ging er direct een lampje bij mij branden.

Hoe leuk is het om dit in te zetten tijdens het rekencircuit?

Hoe werkt het?

Ik zet deze 4 op een rij in tijdens mijn rekencircuit waarin leerstof herhaald wordt.

 

Hoe werkt het?

 

Iedere leerling heeft een device. In Lumio heb ik de 4 op een rij interactief gemaakt en de leerlingen in groepen verdeeld. Iedere groep krijgt dus hetzelfde scherm te zien met het 4 op een rij spel.

Iedere groep krijgt circa 15 minuten de tijd om een onderdeel te oefenen, op de tafels liggen verschillende spellen/werkvormen/opdrachten.

 

Bij ieder onderdeel geldt het volgende:

Ieder groepslid kiest een kleur. Je spreekt af wie er begint. Om de beurt wordt er een opdracht gepakt, alle groepleden doen de opdracht. Als iedereen klaar is met uitrekenen, wordt er gecontroleerd. Ieder goed antwoord verdient een poging met een fiche binnen het 4 op een rij spel, het kind dat de opdracht heeft gepakt mag beginnen. Wie weet er als eerst 4 op een rij te krijgen?

 

Super simpel maar wel effectief! Zo’n element als 4 op een rij is leuk om in te zetten tijdens zo’n rekencircuit en stimuleert de leerlingen actief mee te doen.

Binnen mijn lessen wissel ik het werken met werkvormen op papier graag af met digitale tools/software.

 

Wist je dat Lumio overigens ook hele kant en klare formats en lessen /spellen bevat met leerstof erin? Neem daarvoor een kijkje in de algemene bibliotheek! (Die nu ook in het Nederlands beschikbaar is!) Wil jij je lessen delen? Dat kan ook!

Wil jij deze 4 op een rij ook gebruiken & heb je al een account? Klik dan op deze link: https://suite.smarttech.com/share/034feaba-d1da-40f2-843a-876d38fac0e5?confirmed_country=NL

 

Heb jij nog geen (gratis) account? Maak dan via deze link snel een account aan!

https://nl.smarttech.com/slso-2020

 

Bekijk mijn Instagram (Teach_and_Cher) voor de video

Leraar van het Jaar verkiezing & mijn statement

Gisteren (04-12-2021) was de uitreiking van de Leraar van het Jaar verkiezing. Dit is zeker geen verkiezing voor de ‘beste leraar van NL’ want hoe meet je dat? Nee, dit is een verkiezing om ten eerste het onderwijs weer in de schijnwerpers te zetten en ten tweede om ambassadeurs te kiezen die zich hard kunnen maken voor het onderwijs. Zo had iedere genomineerde leerkracht een standpunt binnen het onderwijs waar zij aandacht voor willen. 

Ik had ook een standpunt. Dat vond ik in eerste instantie erg lastig, want ik sta voor veel meer dingen dan alleen dit ene punt. Maar, wat zie ik waar ik graag verandering in zou willen zien? Dat bracht me bij:

“Bevlogenheid in het onderwijs moet je vleugels geven en niet in een kooitje stoppen.”

Dat kooitje wat je hiernaast ziet, daar zat ik ooit in. Ik werd beperkt in wat ik mocht en dus in wat ik eigenlijk kon. Ik ging al gauw ‘te ver’ voor mijn klas en ‘doe maar normaal’ was de onderliggende boodschap. Er is zelfs een tijd geweest dat ik echt mijn vuurtje voor het onderwijs verloren ben. Ik merkte na mijn eigen ervaring, dat veel meer leerkrachten hiermee te maken krijgen. Daar ben ik eens goed naar gaan kijken:

Ik zie namelijk in het onderwijs vaak een soort ‘eenheidsworst’ ontstaan. Alle neuzen dezelfde kant op, ‘een lijn door de school’, als de èèn iets doet dat moet de ander dat ook doen en anders doen we het allemaal niet… Als de één iets extra’s doet heeft de ander het gevoel dit ook te moeten doen met scheve gezichten als resultaat, enzovoort…

Nu leert men ons op de PABO dat wanneer je de hele klas precies dezelfde paddenstoelen laat knutselen, dit geen creatieve activiteit is, want leerlingen kunnen hun eigen creativiteit niet gebruiken. ‘Je slaat de creativiteit dood’ – zei mijn kunstdocent… Waarom doen we dit bij onze leerkrachten dan wel? Een hele hoop ‘moetjes’ beperken ons als leerkracht. Begrijp me niet verkeerd, tuurlijk ben je 1 school en moeten bepaalde dingen terug te zien zijn bij iedereen. Maar hierin kan men ook te ver gaan. Dat waar ik met Teach&Cher voor sta: Het lesgeven anno NU, vraagt iets anders van ons als leerkrachten maar dus ook van directies en besturen. Vrijheid & ruimte zijn nu JUIST belangrijk.

Ik verwonder me dat dit niet alleen speelt bij leerkrachten maar eigenlijk al begint op de PABO. Ik sprak laatst een PABO studente die graag een van mijn werkvormen wilde uitproberen: ‘Zo jammer, dat ik dit niet kan doen, ik moet hetzelfde doen als mijn mentor’ – Hier begint het al….

Maar ik hoor van leerkrachten ook dingen als: ‘Wat jij doet, zou ik ook zo graag willen proberen in de klas. Maar wij moeten ons echt strak houden aan ons didactische model, het rooster en afspraken die gelden voor de vakken’

Dit zijn allemaal dingen die ervoor zorgen dat men zijn enthousiasme maar vooral ook creativiteit verliest! Ook de methodes die we gebruiken, met allemaal voor gestructureerde dingen, zet ons eigen brein soms UIT. Men vergeet eigen professionaliteit te gebruiken en laat zich leiden door dingen als een methode. Maar als we de ruimte krijgen dit meer los te laten en het te gebruiken als leidraad, gebeuren er prachtige dingen!

Toen ik namelijk door mijn huidige directies gezien, gehoord en geloofd werd, maakte ikzelf echt een enorme ontwikkeling door. Het vertrouwen en de ruimte die zij mij gaven (op meerdere vlakken) zorgde ervoor dat ik echt ging ‘vliegen’. Ik kreeg de vrijheid om mijn eigen onderwijs vorm te geven en dit had een positief effect op zowel mij als mijn leerlingen. Mijn 150% werd 300% en mijn enthousiasme werkte aanstekelijk. Bevlogen leerkrachten hebben we namelijk nodig om anderen hier weer in mee te nemen. Daarom doe ik wat ik doe: DELEN!

Om terug te komen op de verkiezing: ik wilde graag aandacht voor het stimuleren & behouden van bevlogenheid binnen het onderwijs. Op welke manier dan ook. Een topic waar eigenlijk, op deze manier, niet zoveel over gesproken wordt. Ik vind dat we terug naar authenticiteit mogen en de leerkracht meer vrijheid en vertrouwen verdient. Ik heb de verkiezing niet gewonnen en dat vind ik helemaal niet erg, dat betekent namelijk niet dat ik me hier niet meer voor inzet.

Angela heeft de verkiezing gewonnen en zal met haar enorme passie, liefde, energie en kracht vele mooie dingen met deze titel doen en daar ben ik blij om. Ook via hier: gefeliciteerd lieve Angela! We zien elkaar gauw weer. 

Ik heb deze 1,5 jaar als genomineerde als iets positiefs ervaren. Ik heb mooie mensen ontmoet, ben geïnspireerd geraakt door de andere bevlogen leerkrachten en heb mijn kijk op het onderwijs kunnen aanscherpen. Aan alle mede genomineerden en een ieder die hieraan mee gewerkt heeft: Bedankt! 

Ik blijf doen wat ik al deed: lesgeven met passie en mensen inspireren & motiveren voor goed onderwijs. Ik blijf dat wat ik doe in de klas met jullie delen en zal me zeker ook blijven inzetten voor de bevlogen leerkrachten onder ons!

Aan alle leerkrachten: Onderschat je eigen vleugels niet <3

Op de foto links: Ik (Cherelle Bouwen) Angela Esajas & Linda Mansveld – genomineerden Primair Onderwijs 2021

Op de foto rechts alle genomineerden van het jaar 2021: Angela Esajas, Linda Mansveld, Kirsten Cuppen, Valerie Ungerer, Ron Bouqet, Jasper van de Noordt, Susanne Langelaan, Ismail Aghzanay, Wouter den Engelsman & Roy Helmerhorst. Een hele dikke SO naar jullie toppers, bedankt voor alles!

Feedback onderling t.b.v. het technisch lezen

Feedback is van groot belang voor het leerproces. Maar feedback wordt zeker niet alleen gegeven door de leerkracht, maar ook onderling. Ik zet dit in tijdens het technisch lezen om de vaardigheid van het ‘goed lezen’ te verbeteren.

Een van de manieren hoe ik dit doe ik door mijn leerlingen simpelweg 2 memoblaadjes te geven. De 1 is voor complimenten en de ander voor tips. Van tevoren bespreken we wat de succescriteria zijn voor ‘goed lezen’. Wij kwamen onder andere tot:

  1. Op een rustig tempo lezen zodat alles begrepen kan worden.
  2. Voorlezen met gevoel en mimiek. (Niet monotoon)
  3. Gebruik maken van stemmetjes. (Horen we verschil in personages?)
  4. Bouw pauzes in tijdens het lezen. (Soms even opkijken en de clou ‘laten vallen’)

Zo kunnen mijn leerlingen gerichter feedback geven en gaat het verder dan: ‘Je hebt goed gelezen’… Om ze de feedback ook direct toe te laten passen, zijn er ten minste 2 rondes.

Hoe werkt het:

  1. Er worden tweetallen gevormd.
  2. Leerling A leest voor aan leerling B.
  3. Tijdens het voorlezen schrijft leerling B feedback op. (Complimenten + tips)
  4. Na het voorlezen wordt de feedback toegelicht.
  5. Nu leest leerling B voor aan leerling A en geeft leerling A feedback.

Na de eerste voorleesronde komt het belangrijkste: Wisselen van maatje.

  1. Nu wordt hetzelfde gedaan als bij punt 2 alleen moet de feedback de zojuist verkregen is, meegenomen worden in het voorlezen. De leerlingen letten hier nu extra op (Lezen dit op het memoblaadje van de ander, dit schuift telkens mee)

Naast de feedbackmomenten van mij als leerkracht, doen wij dit minstens 1 keer per week en worden de maatjes telkens gewisseld. Zo leren matige lezers van sterke lezers en leren ze naast steeds beter lezen ook goed feedback geven en ontvangen. Het is van belang om feedback met elkaar te bespreken en deze ‘peer-coaching’ te oefenen en aandacht te besteden aan hoe feedback gegeven en ontvangen dient te worden.

Try it out!

Voorkennis ophalen & koppelen

Het ophalen van de voorkennis is een belangrijke fase van de les, maar vaak wordt dit verward met ‘Wat hebben we in de VORIGE les geleerd?’ (Dit kan namelijk iets zijn wat helemaal niets te maken heeft met het lesdoel van vandaag) Het ophalen van de voorkennis is echt een stapje terug op het lesdoel dat komen gaat.
 
Een voorbeeld:
 
Vorige week stond ik 1 dagje voor groep 6. Bij spelling leerden ze verkleinwoorden schrijven.
Ik activeerde de voorkennis met de letters van de Action. Ieder kreeg een letter en moest hier eerst zelf een zelfstandig naamwoord bedenken. (Alleen dieren of dingen) Vervolgens werd er door de klas gelopen op muziek en bij stilte een koppel gevormd. Met de letter van het maatje werd weer een zelfstandig naamwoord bedacht en opgeschreven. Zo ontstonden er een aantal woorden op het wisbordje, woorden die ik ze weer wilden laten gebruiken in het volgende deel van de les:
 
Nadat de zelfstandig naamwoorden weer fris in het brein zaten, kon ik de koppeling maken naar de verkleinwoorden. 👩🏻‍🏫:‘Wat als ik een hele grote slang heb, maar die van jou is zo: 👌🏻… Dan heb jij een klein ….?’
👦🏻: ‘SLANGETJE… !‘
👩🏻‍🏫: *Geeft nog een paar voorbeelden*
👩🏻‍🏫: ‘Probeer dit nu eens te doen met alle woorden op je wisbordje’
 
Vervolgens kwamen ze erachter dat dus niet iedereen echte zelfstandig naamwoorden had (‘Niks’ kan ik niet verkleinen juf!) Ook merkten we moeilijkheden: ‘pen – penetje – peNNetje’ Ze kwamen er zelf achter dat er verschillende achtervoegsels zijn en kwamen met dingen als: ‘Woorden die eindigen op de M hebben altijd pje? – Even uitproberen *noemt 10 woorden op*’
 
Aan de hand van alle bevindingen maakten we succescriteria en konden hiermee direct aan de slag. Het activeren van de voorkennis zorgde ervoor dat de lesstof beter opgepikt werd! (En met deze simpele werkvorm met de lettertjes waren ze ontzettend betrokken)
 
Een mooie les! Hoe activeer en koppel jij de voorkennis? Laat het mij weten:
Facebook
Twitter
LinkedIn

Remember-Me- Een buitenles

Spelling is zo’n vak waarbij je wil dat ze woordbeelden onthouden en vooral vaak de woorden schrijven. Dit is zo’n werkvorm die daar prachtig op inspeelt!

‘Remember-me’, de buitenles is een werkvorm voor buiten geïnspireerd door juf Joyce. Zij had een leuke buitenles waarbij leerlingen in estafette-vorm woorden moesten onthouden. Dit is een variant erop, met 3 stations en woorden op verschillende niveaus.

Wat heb ik gedaan?

Ik heb 3 ‘stations’ gemaakt. 3 tabellen met ieder 15 weet-woorden waarvan ik weet dat mijn leerlingen ze lastig vinden. Niveau 1 is groen en per goed geschreven woord verdienen ze 5 punten. Niveau 2 is oranje en is per woord 10 punten waard en niveau 3 is rood en heeft de waarde van 20 punten per woord. 

Daarnaast heb ik een invulblad gemaakt voor aan het eind van iedere estafette-baan.

Hoe werkt het?

De leerlingen zijn verdeeld in een x-aantal groepjes (kleine groepjes van 3 bijvoorbeeld). Per groepje zijn er 3 stations. (Dit kunnen bomen zijn die ver uit elkaar staan of gewoon pionnen, ieder groepje zijn eigen route)

Er zijn 3 rondes, met telkens dezelfde woorden. (Het gaat om het onthouden van het woordbeeld)

  • Ronde 1

Om de beurt rent er per groepje 1 leerling met een pen naar het eerste, daarna het tweede en als laatst het derde station. Bij elk station proberen ze de spelling van 1 woord goed te onthouden. Aan het eind schrijven ze de 3 onthouden woorden op het invulblad in. Ze rennen terug, vertellen welke woorden ze gehad hebben en geven de pen door. Dit herhaalt zich tot de tijd voorbij is.  Dubbele woorden tellen niet mee!

Aan het eind wordt er samen snel nagekeken en wordt er besproken welke fouten er zijn om deze in de volgende ronde te voorkomen. Het groepje met de minste fouten wint.

  • Ronde 2:

Hetzelfde als bij ronde 1: Een estafetteloop; Wederom rent er per groepje 1 leerling langs ieder station, ditmaal proberen ze 2 woorden per station te onthouden. De woorden worden opgeschreven en als de tijd om is worden de antwoorden besproken. Het groepje met de minste fouten wint.

  • Ronde 3:

Tijdens deze ronde mogen er zo veel mogelijk woorden onthouden worden. Het groepje dat als eerst het invulblad vol heeft, wint. (Ik gaf deze ronde een soort ‘vrij spel’ waarbij ze zelf een tactiek mochten bedenken met elkaar om dit het snelst/best te doen. 1 regel: alle bladen blijven waar ze horen!)

* Het winnen/verliezen kun je natuurlijk zelf indelen zoals gewenst. Puntentelling etc. kun je zelf bepalen. Ik koos er bijvoorbeeld voor om pas terug in de klas alle punten op te tellen en alles samen te bespreken.

Ik heb voor groep 8 mijn eigen materialen gemaakt, mocht je dit willen gebruiken, klik dan hier voor het gratis materiaal.

Een kijkje bij mijn stelles

Stellen, een belangrijk onderdeel binnen taal. Ik besteed hier veel aandacht aan in de klas, zo krijgen mijn leerlingen wekelijks een nieuwe stelopdracht n.a.v. een uitgebreide les. Deze ‘startles’ vindt altijd plaats op maandag, zodat de andere dagen verder aan de stelopdracht gewerkt kan worden. Vrijdag moet het af zijn en dus ingeleverd zijn met een tekening. Maar, wat gaat hier allemaal aan vooraf?

Ik probeer je een kijkje te geven binnen zo’n ‘start-les’. Zo’n les maak ik volledig zelf, aan de hand van EDI 2.0 en in combinatie met Assessment For Learning met mijn eigen sausje eroverheen. Wat doe ik dan precies?

  1. Voorkennis activeren:

Om ‘dat wat ze al weten’ te kunnen koppelen aan de nieuwe informatie, laat ik verschillende teksten op het bord zien. Deze hoeven niet volledig gelezen te worden, het gaat om het herkennen van teksten. Ik geef hier een stelling bij en de leerlingen moeten naar links als het fout is en naar rechts als het goed is. Dit wordt telkens kort nabesproken. Wat weten we al? Waar herkennen we bepaalde teksten aan? Wat voor doel hebben deze teksten?

  1. Lesdoel achterhalen:

Nadat we in de ‘stel-stand’ staan, open ik de les met iets prikkelends. (zie foto onder deze tekst) Tijdens deze les was dit een zelfverzonnen krantenartikel ‘Nieuwste Airforce Telefoon’, een bijzonder (aansprekend) onderwerp met een gekke foto van mezelf. Hierdoor is er direct interesse en vooral ‘nieuwsgierigheid.’ Aan de hand hiervan gingen we in gesprek over wat hier stond, waarom dit je pakt en wat dit voor tekst is. Daarna werd er door de leerlingen onderling nagedacht wat het lesdoel van deze les zou zijn, namelijk het schrijven van een krantenartikel.

  1. Instructie concept

Ik leg vervolgens simpel en kort uit wat de definitie van een krantenartikel/nieuwsbericht is en geef hier concrete en visuele voorbeelden bij.

  1. Instructie vaardigheid & begeleide inoefening

Nadat de definitie van het concept duidelijk is gaan we over naar het onderdeel waarbij duidelijk wordt waar een krantenartikel aan moet voldoen. Ik geef aan de hand van het voorbeeld-krantenartikel een x-aantal succescriteria. Niet alle criteria geef ik direct weg, we ontdekken er samen nog 2 en vervolgens gaan de leerlingen in tweetallen uiteen om zelf na te denken over de criteria waar een krantenartikel nog meer aan moet voldoen. De leerlingen krijgen, om hen op weg te helpen, twee voorbeelden met een venndiagram. Hierin beschrijven ze wat overeenkomsten en verschillen zijn. Zo komen ze erachter wat een goed krantenartikel echt moet hebben. Nadat de leerlingen samen tot succescriteria gekomen zijn, bespreek ik met de klas de twee artikelen. Welke feedback zouden we kunnen we deze ‘kinderen’ geven aan de hand van de checklist? Missen we nog onderdelen? Kunnen we nu aan de slag?

  1. Kleine lesafsluiting

Na het opstellen van de check-list pakken de leerlingen ieder een eigen titel van het bord. Dit is hun richtlijn en houvast voor het krantenartikel. Ik check wie er nog extra hulp kan gebruiken. De leerlingen gaan nu aan de slag met de check-list en ik help de leerlingen die dit nodig hebben, even op weg. We stellen bijvoorbeeld samen een wie, wat, waar op. Ik geef concrete voorbeelden en schrijf in Word mijn eigen krantenartikel zodat ze een beeld krijgen van de instructie die ik geef.

  1. Zelfstandige verwerking

Iedereen is bezig met het schrijven van zijn krantenartikel. Ik loop rond, observeer en geef gericht feedback. Na ongeveer een kwartier schrijven doe ik een ‘mid-lesson-stop’. Iedereen stopt met schrijven en wisselt van blaadje & check-list. (Nee, ze zijn nog niet klaar! Dat is juist het punt!) Aan de hand van de opgestelde criteria kan er gericht feedback gegeven worden door een maatje, midden-in het proces. Er wordt afgevinkt wat al terug te lezen is in het krantenartikel en er worden twee complimenten en 1 verbeterpunt opgeschreven. Met deze feedback op zak gaat iedereen weer verder, de feedback moet direct verwerkt worden.

  1. Grote lesafsluiting

Na dik een uur stop ik de les. De krantenartikelen zijn nog niet af, dat is het doel ook niet. Om een goed krantenartikel te schrijven moet er tussentijds meerdere keren feedback gegeven worden waarna de leerling zijn artikel kan bijstellen. Ik sluit de les af met Lumio, waar leerlingen hun antwoord op de volgende vragen naar het bord sturen: ‘Hoe was jouw werkhouding? Wat ging er goed? Wat kon beter? Welke mooie feedbackpunten kreeg je en hoe ga je nu verder?’ Na een kort gesprek sluit ik de les af en is de opdracht voor de leerlingen hun klad artikel af te maken in de loop van de week en zelf te checken of aan alle criteria voldaan is. Als ze dit zelf gecheckt hebben vragen ze feedback aan een maatje, wederom met de checklist. (Dit allemaal in de loop van dezelfde week) Als deze feedback verwerkt is, in het klad (met potlood), leveren ze het in bij mij en krijgen ze voor de laatste keer feedback. Na goedkeuring van het klad, mag het ‘net’ geschreven worden in het opstelschrift waar dan een tekening bij komt. Dit wordt op vrijdag ingeleverd zodat ik een blik kan werpen op de laatste versie. Zo ontstaat er een heel schrift vol met stelopdrachten die we weer kunnen laten zien aan ouders.

Wat ik zie bij mijn leerlingen is dat ze in een korte tijd, aanzienlijk beter geworden zijn in het stellen. Ze zijn gewend aan het herschrijven van hun tekst, leren kritisch kijken naar andermans- maar ook eigen werk en nemen feedback ook weer mee naar een volgende opdracht. Een mooie ontwikkeling!

Wil jij precies weten hoe deze les verloopt? Ben je benieuwd naar de opbouw? Wil je ook zo’n les geven of wellicht precies dezelfde les geven? Via deze link (klik) om je bij de materialen. Voor een kleine prijs kun je de gehele les aanschaffen. Naar aanleiding van de PowerPoint zou je je vervolg stellessen volgens dezelfde opbouw kunnen geven.

De materialen:

  • De gehele PowerPoint met alle opdrachten/fases.
  • Toegang tot het zelfgemaakte krantenartikel als startopdracht.
  • De check-list (het succescriteria formulier)
  • Meer dan 25 pakkende krantenkoppen (titels).
  • Een venndiagram met 2 verschillende krantenartikelen om feedback op te geven. (Als in: ‘Geschreven door kinderen’)
  • Toegang tot een uitgebreidere video.
 
Wil je meer informatie of contact? Stuur een mail naar cherelle@teachandcher.nl

Interview Biotoop – Cherelle

Voor de vakantie mocht ik Paulien van Didactiefonline ontvangen in mijn klas. Zij kwam een les meekijken en daarna heb ik een leuk gesprek met haar gevoerd. Aan de hand van dit bezoek en het gesprek heeft zij een mooi stuk geschreven in het tijdschrift van didactiefonline. Hierin vertelt ze onder andere over het reactiespel waar ik de les mee opende. Dit reactiespel kun je hier gratis downloaden.

Klik op de onderstaande button om het hele stuk te lezen:

De meisjes van groep 7/8, 2020 - Fotograaf: Romy Ottenheim

Spelling herhalingsspel – actieve werkvorm

Op een spelletjesavond met familie deden we een leuk spel met begrippen & 3 rondes waarin dezelfde begrippen telkens terugkwamen… Wellicht ken je het wel! Dit heb ik omgezet naar een spellingsvariant en dat was een succes! Ideaal om spellingscategorieën mee te herhalen, weinig leerkracht gestuurd en ook nog ontzettend leuk! 

Voordat het spel begint:

1. Iedereen kiest 4 woorden uit zijn/haar woordpakket. (Jij als lkr. bepaalt het aantal) En schrijft elk woord los op een klein papiertje. (Of jij zorgt voor een x-aantal woorden)

2. Alle woorden worden 1 keer dubbelgevouwen en gaan in een bak.

3. Iedereen heeft een invulblad en houdt zijn/haar punten bij.

Ronde 1: Omschrijven

1 kind grabbelt een woord. Het woord moet hij omschrijven zonder het woord zelf te zeggen. De rest van de kinderen schrijft het woord op zijn invulblad. Er wordt direct nagekeken. Goed woord = 1 punt, ook de goede spelling = 2 punten. Vervolgens is kind 2, zo gaat dit door tot alle papiertjes aan bod zijn gekomen. 

Voordat ronde 2 van start gaat moet het blad worden omgevouwen naar achteren zodat de woorden niet meer te zien zijn.

Ronde 2: Uitbeelden

Alle woorden gaan weer IN de bak. 1 kind grabbelt een woord. Het woord mag nu alleen uitgebeeld worden. (Niet praten) Er wordt direct nagekeken. De goede spelling = 1 punt.

Voordat ronde 3 van start gaat moet het blad worden omgevouwen naar achteren zodat de woorden niet meer te zien zijn.

Ronde 3: 1 woord of geluid.

Alle woorden gaan weer IN de bak. 1 kind grabbelt een woord. Het woord mag nu alleen omschreven worden met maar 1 geluid of 1 woord. Er wordt direct nagekeken. De goede spelling = 1 punt.

Een super mooie manier om de leerlingen uit te dagen met herhaling veel woorden correct te schrijven! (It works!) 

Deel dit bericht via de onderstaande knoppen op jouw socials 😀

Facebook
LinkedIn
WhatsApp