Pop-it in je taalles gebruiken (de nieuwste rage)

Pop-its, wie kent ze nu niet? Het is de nieuwste rage en bijna de hele klas bezit zo’n ding. Inclusief Juf Joyce! Zij bedacht er een leuke activiteit mee op het gebied van taal. Deze deelt zij graag met jullie hier. (De materialen kun je hier gratis downloaden)
 
‘In mijn klas werk ik bij zinsontleding standaard met kleuren: rood = persoonsvorm, blauw = onderwerp, etc. Ik zag gelijk in de versie van de regenboog pop-it voor me, waarin ik deze kleuren goed in kon zetten. Zodoende maakte ik hier een spel van: Let’s pop it!’
 

Hoe werkt het?

Er zijn 72 kaartjes met zinnen waarin één woord of meerdere woorden zijn onderstreept en dikgedrukt zijn. De kinderen bedenken welk zinsdeel hierbij hoort en poppen de juiste kleur. Wie heeft als eerste het juiste antwoord gepopt? Kinderen die niet bekend zijn met de kleuren kunnen een hulpkaart gebruiken. Deze leggen ze boven hun pop-it neer, zodat ze kunnen kijken welke kleur bij welk zinsdeel hoort. Succes gegarandeerd! Ik zou zeggen, poppen maar!’ 


Wil jij de volledige video hierbij zien? Dat kan in VLOG 76 op mijn YouTube kanaal HIER.


– Joyce van Kasteren 


(Houd deze pagina en de pagina van Joyce goed in de gaten, ons creatieve brein staat niet stil :D)

Het ‘die, deze, dit, dat – spel’ (WINACTIE)

Je kent het vast wel: ‘Die meisje zag ik laatst!’ ‘DAT meisje’ klinkt jouw stem dan door de klas. Je kunt het niet vaak genoeg herhalen, maar het blijft niet hangen. Daar bedachten wij dit leuke spel voor. Nadat het lidwoordenspel een groot succes bleek, maakten wij deze variant met de aanwijzende voornaamwoorden: die. deze, dit & dat. Met dit spel, met maar liefst 192 woordkaartjes, kunnen kinderen eindeloos oefenen op een speelse manier. Dit spel bevat 3 aparte spellen namelijk: die/dat, deze/dit en alle vier de voornaamwoorden door elkaar. 

Hoe werkt het? (Bekijk het filmpje hier)

Kies welke variant je gaat spelen. Speel dit spel met 2 tot 4 personen. Iedereen krijgt een speelkaart.  Alle woordkaarten liggen ondersteboven op tafel. De desbetreffende aanwijzende voornaamwoorden liggen leesbaar in het midden van alle spelers. 

Er wordt telkens 1 woordkaartje omgedraaid en benoemd. De kinderen raken zo snel mogelijk het juiste aanwijzende voornaamwoord aan dat daarbij hoort. Het kind dat het snelst is mag de kaart pakken en op zijn speelkaart leggen. Aan het eind worden alle kaarten nagekeken en de punten opgeteld. Wie heeft er gewonnen? Kun je je eigen score verbeteren? Welke fouten werden gemaakt? Welke woorden zijn moeilijk en waarom?

Een leuk & leerzaam spel, ook voor thuis! 

Shop ‘m nu in mijn webshop.

Buitenles 2 van Juf Joyce

Een herhalingsles daar gaan we weer. Waarom binnen als het ook buiten kan? Ik geef vaak buitenlessen, omdat het niet alleen motiveert, maar ook effectief is. Vaak zet ik het in bij onthoudwoorden, maar er is veel meer mogelijk! Dit keer had een nieuwe werkvorm bedacht. Een woordzoeker maken vinden kinderen vaak leuk, maar wat nou als ze de woorden echt moeten gaan zoeken? Het hoeft niet moeilijk te zijn! In groep 8 is dit spel gespeeld. Een korte uitleg en ze konden al aan de slag. Je kunt het spel ook binnen spelen, mits je voldoende ruimte hebt om de woorden te kunnen verstoppen. Elk duo krijgt een woordzoeker en kiest één centrale plek. Vanaf daar gaan ze opzoek naar de woorden. Gevonden? Woord onthouden en zoeken in de woordzoeker! Maar… let op! Elk woord heeft één dikgedrukte letter. Alle bonusletters vormen samen een lang woord! Je zou denken dat ze de woorden ook zo kunnen zien in hun woordzoeker, maar ze moeten wel de bonusletter hebben voor het woord! De kinderen vonden dit een leuke werkvorm en hebben veel woorden herhaald. Het bonuswoord was lastig, maar zeker een uitdaging!

Met vriendelijke groet,

Joyce van Kasteren

Leerkracht groep 7, OBS De Zwaan

Buitenles – Spelling – Juf joyce

Zie hier de vlog van Juf joyce, vanaf minuut 04:32 is de buitenles te zien. 

Waarom binnen, als het ook buiten kan?

Ik (Juf Joyce) houd echt van buitenlessen. Ik maakte er een voor spelling.

Bij deze les gaat het om de korte klank en de lange klank. Iets waar alle kinderen vaak veel moeite mee hebben. Het verklanken van woorden en opschrijven in het meervoud… (Framboosen of frambozen?) Tijdens het bewegen verklanken de kinderen het woord hardop en bedenken zij of het een lange of korte klank is. Daarna overleggen ze in tweetallen hoe het in het meervoud geschreven wordt. Er is altijd iemand bij het eindstation om te helpen! En dit is ook steeds iemand anders. Dit spel wordt gespeeld in een estafettevorm. Het is gemaakt voor in de bovenbouw, maar het idee is bruikbaar in elke groep! De kinderen waren enthousiast, ze willen graag bewegen en helpen elkaar met de spellingsregels. Aan het eind mogen ze als team nog alle woorden controleren. Welk team heeft er goed samengewerkt? Welk team heeft de meeste goede antwoorden? Waarom binnen als het ook buiten kan?

Probeer het eens uit! Nu GRATIS te downloaden.

Veel plezier ervan, laat je even weten wat je er van vond?

Liefs, juf Joyce