Gemakkelijk de voorkennis activeren

Mooie formulieren, formats en kaartjes zijn natuurlijk altijd fijn om te gebruiken. Maar, hier is niet altijd tijd voor en soms is het ook gewoon onnodig. Soms kan het allemaal veel sneller en effectiever en daar houd ik van!

Zo ook bij het activeren van de voorkennis, voorafgaand de ‘echte start’ van je les. Dit is een moment om de leerlingen echt even ‘aan’ te zetten voor jouw les maar het is ook een moment om de leerstof die ze nodig hebben voor het komende leerdoel even omhoog te halen. Zo kan oude informatie aan nieuwe informatie gekoppeld worden. Dit wordt vaak nog verward met ‘Wat hebben we gisteren bij de rekenles gedaan? – De tafels – Oke, vandaag gaan we wegen‘. Bij het activeren van de voorkennis gaat het echt om het stapje VOOR het leerdoel dat aangeboden gaat worden.

Ik gebruik tijdens deze fase van de les vaak korte, actieve werkvormen met weinig voorbereidingstijd zoals de onderstaande. In deze les stond het herhalen van cijferend optellen en aftrekken met duizendtallen centraal. Een stapje terug hierin is bijvoorbeeld het optellen en aftrekken met honderdtallen >> hoofdrekenen.

Snelle werkvorm:

Ik gaf iedereen een memoblaadje en vroeg hen hier een getal op te schrijven tussen de 50 en 400. 

Vervolgens liep iedereen met een wisbordje door de klas en moesten ze op mijn teken een maatje zoeken. Er volgde 2 opdrachten:

  1. Tel jullie beiden getallen bij elkaar op.
  2. Trek het kleinste getal van het grootste getal af. 

Dit rekenden ze afzonderlijk van elkaar uit (hoofdrekenen). Daarna werd er gekeken of ze dezelfde antwoorden hadden en werd er eventueel gecorrigeerd.

Geen werkbladen, formats of kaartjes zijn hier aan te pas gekomen. Even snel en vlot, met memoblaadje! 

Tijdens de instructie van het concept ‘cijferen’ kon ik een brug slaan tussen het hoofdrekenen en het cijferend rekenen. In welke situaties cijfer je en wanneer reken je iets uit je hoofd uit? Wat doe je met cijferen? (Constant hoofdrekenen onder de 20) Wat zijn de waardes van de getallen? Tijdens de instructie werd de verbinding gemaakt tussen de betekenis van die 2 nullen die er bij de duizendtallen bij komen tijdens het cijferen.

Dit is slechts een voorbeeld van het activeren en is niks bijzonders, maar wel effectief! Welke snelle, activerende werkvormen gebruik jij aan het begin van je les? Laat het weten via mijn socials. Hier kun je ook de video bekijken.

(Samenwerkings)spellen voor in de eerste weken

(Samenwerkings)spellen voor in de eerste weken

 

Mijn duo collega en ik hebben de eerste schooldag vooral veel samenwerkingsspellen met de klas gespeeld en enkele spellen om elkaar beter te leren kennen. Naar aanleiding van deze spellen kwamen er mooie gesprekken. Wie neemt de leiding en waarom? Wat gebeurt er onderling? Welke teams zijn een voorbeeld? We maakten verschillende combinaties om ten eerste te zien wat er gebeurt en ten tweede om hen echt weer even contact te laten maken met iedereen. Een voorbeeld van een paar spellen die wij deden:

 

  1. Vuilniszakken-flip

Ieder team (3-tal) krijgt een opengeknipte vuilniszak of een stuk hiervan. Alle teamleden moeten hier met beide voeten op staan. De vloer is verboden terrein. Ze moeten, zonder hulp van materialen of meubilair op de andere kant van de vuilniszak zien te komen, plat, met alle teamleden! Welk groepje is als eerst? Welk team had een slimme strategie? Je kan ook direct zien welke leiders er zijn in deze subgroepen.

 

  1. Op volgorde van…..

Hierbij doet de hele klas mee. De leerkracht wil dat de leerlingen een lange rij met een bepaalde volgorde maken. Die opdracht wisselt telkens. De leerkracht stuurt niet en geeft een bepaald tijdslimiet. (Je kunt er voor kiezen om ‘leerkracht tegen de klas’ te doen en een punt te geven als ze het volledig goed hebben en als ze er een of meer fout hebben een punt naar de leerkracht)

 

Opdrachten kunnen zijn:

Ga op volgorde staan van…..

  • Leeftijd oplopend
  • Huisnummer
  • Schoenmaat
  • Lengte
  • Verjaardag/geboortedatum

 

  1. Levend bingo

De leerlingen leren elkaar beter kennen met deze bingo. Maak een simpel tabelletje van 5×5 in Word met allerlei kenmerken van leerlingen uit de klas. (Of dingen uit de vakantie, of bijzondere dingen die jij en de leerlingen misschien nog niet wisten) Laat alle leerlingen hiermee rondlopen. Zij gaan opzoek naar informatie over elkaar door de ander een aantal vragen te stellen. Ze proberen Bingo te krijgen binnen de rij die door de leerkracht uitgekozen is. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de kinderen horizontaal of verticaal 5 op een rij krijgen in de tabel. Je kunt voor meerdere rijen spelen of een volle kaart. Daarna wordt er gecontroleerd en eventueel een kort gesprekje aan te gaan. Wat wisten we nog niet over elkaar?

 

Vragen kunnen zijn:

Zoek iemand die…

  • Een vogel als huisdier heeft
  • Meer dan 3 broers/zussen heeft
  • Niet houdt van ananas op pizza
  • Een instrument speelt
  • Hooikoorts heeft
  • Een allergie heeft

 

  1. Naar de overkant

Bij dit spel maak je groepen, je kunt dit het best buiten spelen.

Verzamel per groep een x aantal spullen die naar de overkant verplaatst moeten worden. Vertel dat de grond lava is en dus NIET aangeraakt mag worden. Welke groep heeft als eerste alle materialen op een veilige manier naar de overkant? Wie neemt de leiding? Welke rollen zie je ontstaan?

 

  1. Doorgeven!

Dit spel wordt gespeeld in groepen. Je kunt twee grote groepen maken of kleinere groepjes. Dit kun je met allerlei materialen doen, het doel is simpel: Als eerste alle materialen doorgegeven hebben. Regel: Er mag niet verplaatst worden en iedereen moet de spullen minstens 1 keer en maximaal 2 keer aangeraakt hebben. Wie werkt het best samen? Welke strategie hebben ze? Wie neemt de leiding?

 

  1. De stille postbode

Dit is een Estafettespel dat in rijen gespeeld kan worden (zittend op een stoel of kruk), staand in een rij met wat afstand ertussen of buiten/ in de gymzaal.

Dit spel wordt gespeeld in groepjes (2 grote groepen of meerdere kleine).

De kinderen krijgen een nummer en gaan op dezelfde hoogte uit elkaar staan, op een soort lijn dus. De nummers 1 krijgen een post-it en schrijven hier een woord op. (of je hebt al kant en klare woorden) Dit woord moeten zij uitbeelden aan nummer 2 (de rest staat met de rug hiernaar toe) Nummer 2 fluistert dit woord in het oor van nummer 3, nummer 3 fluistert dit woord in het oor van nummer 4 enzovoort. De laatste schrijft het woord groot op een wisbordje. Welk team lukt dit het best? Geef punten voor het stil zijn, samenwerken en de woorden.

 

Er zijn honderden spellen online te vinden om het samenwerken te stimuleren, maar deze waren een succes bij ons in de klas. Wellicht ook bij jou 😀

 

Vergeet je niet te genieten?

 

De tip om handig en snel (toetsen) na te kijken

Snel nakijken en invoeren, ik heb de tip

 

Tijd is kostbaar, daar ben ik me ontzettend bewust van.
Ik vind het belangrijk dat er zoveel mogelijk tijd gaat naar het voorbereiden van goede lessen en dus het neerzetten van goed onderwijs.

 

Nu is de (cito)toetsperiode bij ons van start gegaan en daar komt het nodige nakijken, invoeren en analyseren bij kijken. Het nakijken kost soms onnodig veel tijd, tijd die ik in mijn leerlingen wil steken. Dat moet sneller en effectiever kunnen. De drempeltoets had, toen ik ‘m deed, van die handige doorzichtige nakijkbladen waar je de toets onder kon leggen. Ik besloot zoiets ook te maken, want dat betekent dat ik de toets daarin kan schuiven en in 1 oogopslag zie wat goed en fout is. Het leerlingvolgsysteem ernaast en hoppa, binnen een kwartier had ik alles nagekeken en ingevoerd!

 

Zo deed ik dit bij begrijpend lezen. Hier was geen invulblad voor, want de leerlingen mogen in het boekje schrijven. Dat mag bij mij ook, ze markeren de tekst nog steeds maar ze geven antwoord op het antwoordblad dat ik gemaakt heb. Dit maakt het nakijken namelijk veel makkelijker en sneller dan alle boekjes doorbladeren.

 

Dit is hoe je dat doet bij meerkeuze toetsen:

 

  1. Maak een antwoordformulier als deze er niet is. (A-B-C-D)
  2. Laat de leerlingen antwoord geven met een opvallend kleurtje. (Inkleuren van het antwoord)
  3. Schuif een leeg antwoordformulier in een doorzichtige hoes. (Met open bovenkant en/of open zijkant)
  4. Kleur met permanente stift de antwoorden in.
  5. Haal het lege antwoordformulier eruit en plaats hier telkens een antwoordformulier van een leerling.
  6. Alle kleurtjes die buiten jouw zwarte bolletjes vallen, zijn fout. Dit kun je direct in het systeem invoeren (fouten aanklikken kan heel makkelijk zo)
  7. Tip: Als je de leerlingen zelf een analyse wil laten maken op een later moment, staan er nu geen krulletjes op streepjes op hun antwoordbladen… Laat de antwoorden op het bord zien en laat ze zelf nakijken welke goed/fout zijn en dit invullen op de analyse.
Heb jij nog een handige nakijk tip? Laat het weten via mijn socials!

Betrokkenheid bij saaie onderdelen

Hoe houd ik mijn leerlingen betrokken bij ‘saaie’ onderdelen zoals begrijpend lezen, technisch lezen of taalverzorging?

Lachwekkende teksten, shockerende plaatjes, teksten die vragen opleveren en prikkelen zorgen er vaak voor dat mijn leerlingen betrokken zijn bij de les. Ik maak regelmatig gebruik van aparte teksten, die vanaf het begin al vragen opleveren. Van die nieuwsgierigheid moet je het hebben! Ik pas de tekst vaak aan, omdat ik er een bepaald leerdoel in wil verwerken (aanhalingstekens bijvoorbeeld) Ik maak rondom deze tekst mijn eigen les met opdrachten. Zo pakte ik voor een lesje taalverzorging twee weken geleden een artikel van de kidsweek over een vrouw die nagels had van 576 cm lang. Het plaatje alleen al trok de aandacht. Ik paste de tekst aan en schreef ‘m zo, dat alles waar ik aandacht aan wilde besteden aan bod kwam.

Hoe was mijn les opgebouwd?

Ik begon deze les met de foto van deze vrouw die je hierboven ziet met de bijzonder lange nagels. Ik stelde de vraag: ‘Wat gaat er nu door je hoofd heen? Waar denk je aan als je dit ziet?’ Met hilarische antwoorden zoals: ‘Ik vraag me af hoe ze haar billen afveegt’ en ‘Zou ze geen pijn hebben aan haar vingers?’ begonnen we deze les met nieuwsgierigheid en een leuk gesprek.

Vervolgens kreeg iedereen het korte artikel te lezen. Nadat iedereen het voor zichzelf gelezen had, lazen we het nogmaals samen. Hadden we al antwoord op onze vragen? Wat weten we nu, wat we eerder nog niet wisten? Wat viel je op? Wat voor soort tekst is dit?

Na het lezen van de tekst kregen ze een x aantal opdrachten. Een voorbeeld hiervan:

  • Kleur de zin die in directe rede staat blauw.
  • Kleur alle telwoorden in de tekst rood.
  • Schrijf 5 werkwoorden op die in enkelvoud – tegenwoordige tijd staan.
  • Schrijf een zin op uit de tekst en ontleed deze, (PV – GEZ- O – LV), controleer met je buurman.
  • Enzovoort…

Aan het eind vroeg ik ze een extra alinea te schrijven. Een alinea die ertussen mocht of aan het eind erbij kon. Ze mochten het zo gek bedenken als ze zelf wilden. De alinea moest wel aan bepaalde criteria voldoen:

  1. De alinea bevat minstens 10 zinnen.
  2. De alinea bevat hoofdletters, punten, vraagtekens, uitroeptekens, komma’s en aanhalingstekens waar nodig.
  3. De alinea bevat duidelijke zinnen, met een goede zinsopbouw.
  4. De alinea bevat correct gespelde woorden.
  5. De alinea is in lijn met het artikel, het past erbij.

Nadat deze alinea’s geschreven waren, mocht een ieder die dit wilde zijn/haar geschreven stukje voorlezen. Met hilarische en mooie alinea’s als resultaat! (Zie video)

We sloten de les af met een filmpje van deze vrouw, want we wilden natuurlijk allemaal dolgraag weten hoe ze dit nou eigenlijk allemaal deed.

Deze les genereerde 100% betrokkenheid bij mijn leerlingen, ze waren ontzettend gedreven. Dit is een klein en simpel voorbeeldje van een korte les die ik deed bij taalverzorging. Teksten zijn vaak lang en niet boeiend, maak er iets verrassends van en kijk wat het doet! Regelmatig ga ik even ‘out-of-the-box’ door een gekke tekst op te zoeken waar ik vragen bij stel of maak, moppen die we uitpluizen, gekke nieuwsberichten die we voorlezen als nieuwslezers… Dat maakt dat ze nieuwsgierig worden en ze geprikkeld raken.Juist bij dit soort vakken, heb je dat af en toe nodig.

Aan het eind van het jaar is de motivatie soms ver te zoeken en wellicht is dit ook iets voor jou.

Werkwoordspelling werkvormen en materialen

Als bovenbouwleerkracht zoek ik allerlei manieren om werkwoordspelling te oefenen met mijn leerlingen. Ik zet regelmatig actieve werkvormen in om mijn leerlingen optimaal te betrekken en tot leren aan te zetten. Vaak zocht ik op internet even snel wat werkwoordkaartjes en werkwoordspelling bladen om hier een invulling aan te geven. Toch miste ik vaak juist de werkwoorden waar mijn leerlingen moeite mee hadden,  stuitte ik op kaartjes zonder antwoorden terwijl ik echt graag wil dat mijn leerlingen direct nakijken om fouten in te zien of vond ik de werkbladen te makkelijk. Ik wilde gewoon een document waar ik iedere keer weer naar terug kan grijpen en waar ik verschillende dingen mee kan doen, een document dat ik standaard kan gebruiken als het om vervoegen gaat in welke vorm dan ook.

Zodoende maakte ik een documentje met 31 werkwoordkaartjes in klein en groot formaat, mèt alle vervoegingen hiervan in 1 antwoordenblad en vervoegbladen. Ik kan nu op ieder moment een werkwoordspelling werkvorm uit mijn mouw schudden. Met het antwoordblad kunnen mijn leerlingen direct nakijken waardoor het echt effectief is. Speciaal voor jullie zette ik in dit document ook mijn 8 favoriete werkvormen met deze kaartjes op een rijtje. Ook jij kunt dus met weinig voorbereiding de meest effectieve werkvormen in een handomdraai neerzetten. Handig toch?

Wil jij dit handige document graag hebben? Shop ‘m dan nu hier voor maar 6,00 in de webshop! (Tip: declareren!)

Speed-Up!

Speed-up inzetten

Speed-up is een spelvorm in SLSO. Je hebt hiervoor 1 device per 2 leerlingen nodig. In Speed-Up kun je zelf vragen zetten met een A-B-C-D antwoord. Dit spel kan met twee tot 4 spelers gedaan worden, maar omdat de leerlingen op hetzelfde scherm moet klikken worden 2 spelers aangeraden. 

In het filmpje zie je hoe ik dit inzet als afsluiting van een taalles. Ik heb het te benoemen zinsdeel in hoofdletters geschreven zodat duidelijk is om welk stukje van de zin het gaat.

Speed-up kun je gemakkelijk inzetten bij spelling, taal of rekenen. Voorbeelden daarvan:

  • Spelling  Zoek de fout. Welk woord is fout gespeld? Werkwoordspelling. Bij welke categorie hoort dit woord?
  • Rekenen  keersommen, minsommen, plussommen, deelsommen.
  • Taal  Woordsoorten benoemen, zinsdelen benoemen, woordenschat, spreekwoorden.

Mijn leerlingen zijn elke keer weer enthousiast. Probeer het eens uit!

Heb jij al een gratis SLSO account? Nee? Klik dan hier.

Ben jij benieuwd wat je nog meer kunt doen met SLSO? Schrijf je dan in voor de online inspiratiesessie op 26 mei van 15:00 tot 16:00. Klik hier.

Het dictee effectief benutten

Het effectief benutten van het dictee

Een dictee is een meetmoment. Een waardevol moment voor de leerkracht maar ook voor de leerling.

Hoe kun je jouw leerlingen hierin meer zelfinzicht geven maar zelf nog de regie houden?

Ik gebruik daar ‘Responsive’ uit Smart Learning Suite voor. Responsive is een element uit SLSO waar je zowel multiple choice vragen als open vragen in kunt verwerken.

Ik zet dit vaak in aan het begin van mijn les, als assessment. (Wat kan je al, wat nog niet en waar ga je deze les aan werken?) Zo komen mijn leerlingen er zelf achter waar zijn staan binnen een leerdoel. Maar dit kan ook prima als afsluiter gebruikt worden, zodat je weet hoe je je volgende les kunt inrichten.

Wat ik doe:

Ik zet van te voren 10 a 15 woorden in Responsive. Ik nummer de woorden en typ het goede antwoord in.

Tijdens het dictee lees ik zoals gewoonlijk de zinnen met woorden voor. Mijn leerlingen tikken het antwoord in, in SLSO.

Aan het eind stop ik de activiteit en geef ik iedereen een invulblad. Iedereen kan nu op zijn eigen scherm de goede en foute antwoorden bekijken. Dit kruisen ze op het blad netjes aan. De woorden die ze fout hebben schrijven ze erachter met het goede antwoord erbij.

Onderaan het blad schrijven ze de conclusie. Wat weten ze nu na dit dictee? Wat gaat goed? Wat kan beter? Waar kan ik extra hulp/oefening op gebruiken? SLSO maakt automatisch een overzicht van de goede en foute antwoorden. Ik bekijk zo wat mijn leerlingen nodig hebben en kan hierop inspelen in mijn volgende les.

Op deze manier maak ik effectief gebruik van het dictee moment.

Heb jij al een gratis SLSO account? Nee? Klik dan hier.

Wil je gebruik maken van een van mijn gratis invulbladen voor zo’n zelfde dictee? Klik dan hier.

10 handige weetjes

10 dingen die jij wellicht nog niets wist over SMART Learning Suite Online.(Klik hier voor een gratis account)Wist je dat: 

  • SLSO nu ook GRATIS te gebruiken is? Voorheen kon je 45 dagen uitproberen en daarna kon je geen gebruik meer maken van SLSO. Nu kun je er gratis gebruik van blijven maken. Je kunt hierin 5 volledige lessen maken en bewaren. Het fijne aan een betaald account is dat je onbeperkt lessen kunt blijven maken, delen en bewaren! Klik op de link hierboven op een account aan te maken.
  • Je via de knop ‘Manipulatives’, verschillende formats kunt vinden om te gebruiken in je les? Zo kun je gebruik maken van muntsoorten en hiermee iedereen aan de slag laten gaan via zijn device maar er zijn bijvoorbeeld ook klokken beschikbaar waarin je de wijzers kunt laten tekenen of de digitale tijd kunt laten opschrijven. Er zijn op dit moment 15 formats te gebruiken, check them out! 
  •  Je via de knop ‘Graphic organizers’ verschillende tabellen, samenwerkings werkbladen en andere modellen kunt gebruiken? Van een woordweb en kleurentabel tot aan een venn diagram… Je kunt het niet alleen inzetten om jouw leerlingen tot samenwerken aan te zetten maar je kunt deze elementen ook gebruiken om nog meer input van je leerlingen te krijgen in je lessen. Gebruik bijvoorbeeld eens een ‘Tree Chart’ tijdens begrijpend lezen en laat jouw leerlingen de tekst zo onderverdelen. Zoals in het voorbeeld hieronder, bij een tekst over de koningsspelen. Dit kun je iedereen afzonderlijk via hun eigen device laten invullen, jij ziet in een overzicht precies wat iedere leerling invult, je kan hier feedback op geven en een goed voorbeeld eruit pikken om klassikaal te laten zien. Works for me! 
  • Je jouw PowerPoints of PDF’s gemaakt via Canva makkelijk kunt toevoegen aan jouw les? Zo kun je tussendoor interactie genereren door tussen je slides elementen toe te voegen zoals ‘Shout-it-out’ of ‘een Monsterquiz’. 
  • Je jouw lessen & games via SLSO kunt delen? Als jij een supertoffe quiz hebt gemaakt, kan jouw collega hier ook makkelijk gebruik van maken door de link met elkaar te delen. (En andersom natuurlijk)
  • Je SLSO makkelijk kunt inzetten in verschillende elementen van je les?Zo kun je de voorkennis activeren met een game of interactieve quiz, je kan de slides gebruiken bij je uitleg en daarbij leerlingen betrokken houden door hen input te laten geven via ‘Shout-it-out’. Je kunt de leerlingen de leerstof laten verwerken door het werkblad digitaal te maken en je kan ideaal toetsen/evalueren met de verschillende opties hiervoor in de software. 
  • Je ook video’s vanuit YouTube aan je lessen kunt toevoegen? Zo hoef je niet steeds te wisselen van scherm.
  • SLSO steeds nieuwe elementen blijft toevoegen aan de software? Zo is er als laatst een woordzoeker-maker aan het programma toegevoegd! Leuk om je spellingsles mee te beginnen 😀
  • Er steeds meer Nederlandse dingen op komen te staan? Doordat SLSO nu steeds bekender wordt in Nederland, voegen steeds meer mensen lessen en formats toe om te gebruiken in het Nederlands. Dus hoe meer leerkrachten ermee aan de slag gaan, hoe meer materiaal er te delen valt 😀
  • Ik binnenkort een GRATIS online inspiratiesessie mag verzorgen over SLSO? Hierin laat ik de meerwaarde van de software zien voor binnen jouw lesgeven en geef ik handige tips/tricks voor het gebruik ervan. Heb jij hier interesse in? Vul dan hieronder jouw naam en e-mailadres in. Bij genoeg animo stuur ik jou de datum en overige informatie!

De centrale eindtoets

Om de zenuwen ‘weg te knallen’ plak ik ieder jaar weer een ballon op de tafels van mijn leerlingen. Een gedichtje met een marker, gum, stressballetje en kauwgompje liggen er ook bij.

Nu hoor ik veel mensen zeggen: ‘Leggen we er zo niet te veel druk op?’ Ik probeer de druk juist af te nemen. Want die druk, die is er. Vanuit huis wordt er vaak enorm veel druk op het maken van de toetsen gelegd… Ook zijn de kinderen hier zelf erg mee bezig. Ik probeer met het onderstaande gedichtje (en gesprekken vooraf natuurlijk) ècht te laten merken dat zij voor mij niet een bepaalde score zijn. Ook probeer ik de toets zo op een leuke manier te beginnen, dan is het hele ‘serieuze’ er al vanaf. 

Mijn gedichtje aan hen: (Wil jij mijn gedichtje ook gebruiken? Dat mag, vermeld altijd wel even Teach&Cher)

Speciaal voor jou:
Een markeerstift, gebruik ‘m goed.
Dan weet je gelijk waar je lezen moet.
Een potlood met een scherpe punt. Een nieuwe gum die lekker gumt. Een stressbal, voor als je knijpen wil. En je even denkt: ‘Weet ik veel!?’ Kijk dan ook eventjes naar mij.
Herinner je dan wat ik zei: ‘Je bent er klaar voor, ik geloof in jou’ En wat zegt zo’n Cito nou? Niets over wie jij bent of wat je doet. Er bestaat dus geen fout of goed. Doe je best, meer dan dat kan je niet doen. Dan ben je voor mij al een kampioen!
Ik ben sowieso al trots als een pauw. Want ik zie veel meer dan een score in jou!
Heel veel succes,
Juf Cherelle

Game Show als afsluiting van je les

In eerdere filmpjes heb je het vast wel eens voorbij zien komen. Mijn favoriete software: Smart Learning Suite Online. 

In de bovenstaande video deel ik weer een mooi element van deze tool namelijk: ‘Game Show’ Het spel is opgebouwd uit een vraag en A-B-C-D antwoorden. De inhoud hiervan bepaal jij. 

Hoe heb ik dit ingezet?

Ik gebruik Game Show regelmatig aan het begin of eind van mijn les. De leerlingen gaan in tweetallen met 1 device aan de slag. Om de beurt krijgen de leerlingen een vraag, het spel houdt de punten bij. Het rad bepaalt hoeveel punten de vragen waard zijn. 

Wat vind ik hier zo fijn aan?

Ik vind het belangrijk dat al mijn leerlingen actief meedoen. Dit spel zorgt ervoor dat iedereen tegelijkertijd aan de slag is. Het verhoogt de betrokkenheid en het spel maakt het aantrekkelijk voor de leerlingen.

Inzetten aan het begin van de les:

Zoals je ziet in het filmpje haal ik de voorkennis op met een Game Show. Ik verwerk de lesstof hierin die vooraf gaat aan het leerdoel dat komen gaat in deze les. (Een stapje terug dus, voordat je de nieuwe lesstof aanbiedt) In dit geval waren dat de eerder aangeboden woordsoorten. Zo zorg ik ervoor dat iedereen actief en betrokken de voorkennis aan het ophalen is. Als hier vragen of moeilijkheden uit voort komen weet ik dat de lesstof die gepland staat nog even moet wachten en ik nog even aandacht moet besteden aan de lesstof waarvan ik dacht dat dit al beheerst was. Een mooie check dus 😉

Inzetten aan het eind van de les:

Als ik dit inzet aan het eind van de les laat ik de leerlingen turven hoeveel vragen ze in één keer goed hadden en benoemen welke vragen nog lastig waren. Zo kan ik de juiste keuze maken voor de volgende les. Je kan (nu nog niet) zien hoe de quiz gemaakt is door je leerlingen. Dat komt omdat de vragen net zo lang terug blijven bouncen tot dat het uiteindelijk goed is. 

Heb jij al een gratis account aangemaakt op Smart Learning Suite?

Zo nee: Klik dan hier. Zo ja, bespaar jezelf de moeite en gebruik deze kant-en-klare Game Show over woordsoorten door  hier te klikken (kan alleen als je al een account hebt)

Deel dit item op je socials met de onderstaande knoppen:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest