Interactieve startopdracht – online lesgeven

Normaliter zie je jouw leerlingen de klas binnenkomen. De één huppelend, vrolijk en de ander met een donderwolkje boven het hoofd. Je ‘ziet’ de kinderen, zij hoeven het soms niet eens te vertellen. Hier kan jij met jouw leerkrachtvoelsprieten (ik vind dat 1 woord) direct op inspelen. Online is dit een ander verhaal. 

Daarom start ik mijn online lessen altijd met een startopdracht. Daar is de opdracht uit het bovenstaande filmpje één voorbeeld van. 

Ik heb uit SMART Learning Suite een standaard format gepakt en daarin mijn eigen opdrachten geschreven. Ik kies ervoor om ze te laten tekenen en/of schrijven/typen. Daarbij laat ik ze ook een afbeelding zoeken. Sommige kinderen kunnen zich beter uitdrukken met beeld. Ik geef opdrachten zoals: ‘Laat met een plaatje zien hoe jouw week is tot nu toe’ of: ‘Teken hoe jij je voelt vandaag’ of ‘Typ hoe jij er vandaag voor gaat zorgen dat je goed kunt werken’

Na een paar minuten (meestal 5) deel ik mijn scherm en klik ik om de beurt alle opdrachten open. Zo ga ik korte gesprekjes aan en weet ik zeker dat iedereen even aan bod komt. Als ik opvallende dingen voorbij zie komen ga ik individueel even het gesprek aan met dat kind. Zo’n opening zorgt ervoor dat iedereen even ‘aan’ gezet wordt, ik een zicht heb op hoe zij zich voelen en het geeft een aanleiding tot goede gesprekken.

Ik hou van afwisseling dus doe niet iedere dag hetzelfde, maar ik zorg wel dat ik iedere dag voor een pakkende opening waarmee ik iedereen activeer.

Hoe open jij je online lesdag? Gebruik jij SMART Learning Suite al binnen jouw lessen? Klik op de onderstaande knop om je gratis in te schrijven om het 45 dagen te proberen.

Facebook
Twitter
LinkedIn

Interactief ABC-tje voor bij het online lesgeven

Een vervolg op mijn vorige video’s over SMART Learning suite (SLS). Dit keer toepasselijk voor het online lesgeven.

Voor de opening van het nieuwe jaar heb ik een leuk ABC-tje gemaakt. (Hier gratis te downloaden) Normaliter zou ik dit werkblad uitdelen in de klas, nu doen we het online in SLS. Je kent het wel: het ene kind vertelt in geuren en kleuren over zijn/haar vakantie en de ander houdt liever zijn mond. Om kort in te gaan op iedereen heb ik een ABC-blad gemaakt.

Wat is een ABC-tje?

Vroeger was dit echt een van m’n favoriete dingen om te doen. Binnen een bepaalde tijd allerlei woorden opschrijven bij de letters van het alfabet die te maken hebben met 1 bepaald onderwerp. In dit geval: de vakantie, 2020 en 2021. 

De kinderen moeten binnen 5 minuten achter iedere letter een woord schrijven wat hiermee te maken heeft. 

Interactie

Zoals je kunt zien in de onderstaande video heb ik dit werkblad toegevoegd in mijn SLS presentatie zodat iedere leerling er individueel mee aan de slag kan. Ik zie al mijn leerlingen in Teams en kan tegelijkertijd online met ze meekijken wat ieder kind opschrijft. Zo kan ik per direct ingaan op de dingen die ik zie maar ik kan er ook voor kiezen om individuele opmerkingen erbij te schrijven.

Zo beginnen we de eerste lesdag met een gezellig gesprek waarbij ik input krijg van iedere leerling. 1 woord bedenken is voor de timide leerlingen net wat makkelijker, waar ik als leerkracht dan weer de juiste vragen bij kan stellen. Zo ‘zie’ en hoor ik iedereen toch nog een beetje online.

Gebruik jij SMART Learning Suite al binnen je online lesgeven? Schrijf je gratis in via de onderstaande link en probeer het uit. Houd mijn pagina in de gaten voor meer van dit soort leuke en bruikbare tips!

https://nl.smarttech.com/slso-2020

Taalverzorging met SMART Learning Suite

Ben jij ook benieuw naar de mogelijkheden van SMART Learning Suite? Schrijf je nu in via de knop hieronder en probeer SLS zelf uit! De komende tijd zal ik verschillende inspiratie videos plaatsen om te laten zien hoe ik hiermee werk. Houd mijn pagina dus goed in de gaten!

Hoge betrokkenheid bij begrijpend lezen

Het vak ‘begrijpend lezen’ daar hangt bijna een soort grote, dikke, negatieve wolk boven. 

Daar moest ik iets mee. Door de jaren heen heb ik veel gehoord over het afzwakken van de aandacht en motivatie van leerlingen tijdens begrijpend lezen. Dat kan natuurlijk meerdere redenen hebben zoals o.a.: ze vinden het (te) moeilijk, geen motivatie om te lezen, de onderwerpen spreken ze niet aan, ze vinden het saai enzovoort. 

Wat doe ik om de betrokkenheid bij een begrijpend leesles te vergroten?

Bij een uitgebreide begrijpend leesles zet ik LUMIO (voorheen Smart Learning Suite) in om mijn leerlingen optimaal betrokken te houden. In de video is te zien dat ik een ‘Shout-It-Out’ pagina uitzet met 4 tabbladen. De vragen verschillen per les, onderstaand een voorbeeld van 4 vragen:

1. Waar denk jij dat deze tekst over gaat?

2. Wat gaat deze tekst jou vertellen, denk je? (Wat je nog niet weet)

3. Welke moeilijke woorden lees je in de tekst?

4. Wat zijn de betekenissen van de moeilijke woorden? (In eigen woorden)

Bij vraag 1 & 2 is de tekst nog niet uitgedeeld, maar zijn alleen de kopjes bekend gemaakt. (En de titel) Bij vraag 2 lees ik vaak kort de inleiding voor. Iedereen denkt hierover na en stuurt een antwoord naar het bord. Ik bespreek enkele antwoorden en er ontstaat een kort gesprek. Vervolgens wordt de tekst gelezen en gaan we in gesprek met elkaar, klopte jouw voorspelling? Heb je inderdaad de kennis opgedaan die je voorafgaand het lezen had bedacht? Welke vragen roept deze tekst op?

Tijdens het lezen sturen ze de moeilijke woorden naar het bord. Het stappenplan voor het achterhalen van een moeilijk woord, wordt gevolgd en betekenissen (in eigen woorden) worden tijdens het lezen naar het bord gestuurd. Als alle moeilijkheden uit de tekst gehaald zijn en we dit besproken hebben, model ik mijn werkwijze voor het beantwoorden van vragen over de tekst. Er volgt een begeleide in-oefening met een nieuw tabblad van Shout It Out waar ik de leerlingen weer bij betrek en ze activeer allemaal actief mee te doen door antwoorden te sturen. Na de jullie-jij fase binnen deze les, volgt de zelfstandige verwerking. 

In de video is te zien hoe ik deze les op een leuke manier afsluit, met een monsterquiz. 

Ik merk een hoge betrokkenheid bij mijn begrijpend leeslessen wanneer ik constant de interactie opzoek en input van mijn leerlingen vraag. 

Ook uitproberen?

Wil jij nu al graag experimenteren met LUMIO? Dat kan! Je kunt het namelijk via de onderstaande knop gratis (volledig) uitproberen! 

Houd mijn socials in de gaten want binnenkort mag ik een LUMIO account weggeven!

Het waslijn-dictee

Vorige week bedacht ik spontaan het ‘waslijn-dictee’. Ik heb namelijk gemerkt dat wanneer ik veel afwissel in mijn aanbod van werkvormen, de motivatie hoog blijft. Bovendien zijn mijn leerlingen erg beweeglijk, een werkvorm zoals dit geeft ze de kans om een loopje te maken. Het was zo’n succes dat ik dit écht met jullie wilde delen.

Hoe werkt het?

Ik heb twee waslijnen door de klas gespannen. Omdat ik groep 7/8 heb, heb ik geprobeerd te differentiëren op niveau. Op de ene waslijn heb ik plaatjes gehangen (makkelijk) en op de andere beschrijvingen (moeilijker). Dit ging helaas op het eind door elkaar :’)

Ik wilde 4 categorieën herhalen, namelijk: Engelse leenwoorden, Franse leenwoorden, samenstellingen en woorden met een trema. Ik maakte hierbij een invulblad zodat het ook gemakkelijk na te kijken was. Per categorie had ik 4 plaatjes en 4 beschrijvingen. Zo kon ik er zeker vanuit gaan dat er minimaal 2 a 3 woorden per categorie opgeschreven zouden worden.

Uitleg: de leerlingen lopen door het lokaal en pakken een woord van de lijn. Dit woord nemen ze mee naar hun invulblad, hierop schrijven ze het woord bij de juiste categorie. Ze hangen het woord terug en pakken een nieuw woord. Dit deden we circa 20 a 25 minuten.

Vervolgens werd er nagekeken. Aan de hand van dit inzicht (waar zitten mijn moeilijkheden?) hebben mijn leerlingen een leerdoel gekozen om aan te werken binnen die les. (Op Snappet of een werkblad) Ook konden ze kiezen of ze instructie nodig hadden, een instructiefilmpje wilden bekijken, hulp van een klasgenoot wilden of uitleg van mij. 

Ik weet na deze les welke categorieën meer aandacht nodig hebben en kan hier met mijn lessen van volgende week op inspelen. #WinWin

Een grote aanrader dus! Ik zou zeggen: hang deze was op in je klas! (Ps: Laat je mij weten of dit ook een succes was in jouw klas? :D)

Materialen

Heb jij groep 7/8 en heb je geen zin/tijd om plaatjes en beschrijvingen te zoeken maar wil je deze werkvorm wel proberen? Shop de materialen voor een klein prijsje in mijn webshop! (Klik hier)

Het ‘die, deze, dit, dat – spel’ (WINACTIE)

Je kent het vast wel: ‘Die meisje zag ik laatst!’ ‘DAT meisje’ klinkt jouw stem dan door de klas. Je kunt het niet vaak genoeg herhalen, maar het blijft niet hangen. Daar bedachten wij dit leuke spel voor. Nadat het lidwoordenspel een groot succes bleek, maakten wij deze variant met de aanwijzende voornaamwoorden: die. deze, dit & dat. Met dit spel, met maar liefst 192 woordkaartjes, kunnen kinderen eindeloos oefenen op een speelse manier. Dit spel bevat 3 aparte spellen namelijk: die/dat, deze/dit en alle vier de voornaamwoorden door elkaar. 

Hoe werkt het? (Bekijk het filmpje hier)

Kies welke variant je gaat spelen. Speel dit spel met 2 tot 4 personen. Iedereen krijgt een speelkaart.  Alle woordkaarten liggen ondersteboven op tafel. De desbetreffende aanwijzende voornaamwoorden liggen leesbaar in het midden van alle spelers. 

Er wordt telkens 1 woordkaartje omgedraaid en benoemd. De kinderen raken zo snel mogelijk het juiste aanwijzende voornaamwoord aan dat daarbij hoort. Het kind dat het snelst is mag de kaart pakken en op zijn speelkaart leggen. Aan het eind worden alle kaarten nagekeken en de punten opgeteld. Wie heeft er gewonnen? Kun je je eigen score verbeteren? Welke fouten werden gemaakt? Welke woorden zijn moeilijk en waarom?

Een leuk & leerzaam spel, ook voor thuis! 

Shop ‘m nu in mijn webshop.

Leerlingen zelf laten nakijken op een effectieve manier

Het belang van nakijken 

Nakijken vinden we allemaal erg belangrijk. Maar wat is het doel van nakijken? Naast peilen of jouw instructie goed ontvangen is, is het onder andere dat het kind inzicht krijgt in zijn leren. Als ik als leerkracht alles nakijk kom ìk daarachter maar het kind zelf niet. Dan geef ik ze op een presenteerblaadje: ‘Dit deed je goed, dit, dit en dit deed je fout.’  Als de leerlingen zelf nakijken komen ze er zelf achter welke fouten ze hebben gemaakt. Dit geeft een stukje inzicht, soms schatten ze zichzelf namelijk verkeerd in. (‘Huh, ik dacht dat ik dit goed had’) Daarna is de kunst dat zij leren: ‘Wat doe ik met deze fouten?’ 

De inrichting van mijn nakijktafel/muur

Het zelf nakijken is een belangrijk onderdeel van de les.De nakijktafel/muur is dan ook zo ingericht om dit zo effectief en makkelijk mogelijk te maken voor de leerlingen. Op de muur hangen plastic insteek hoezen waar ik de nakijkbladen (of soms nakijkboekjes) van de desbetreffende les hang. Zo kunnen alle 3 de leerlingen die daar staan (er mogen max. 3 leerlingen tegelijk nakijken) het goed zien. In de zwarte bakken rechts liggen werkbladen met eerder aangeboden doelen en altijd het recente doel. De kinderen kunnen zo op ieder moment zelf kiezen om nogmaals te oefenen. Deze bakken worden steeds aangevuld. Onderin liggen per vak mapjes met de nakijkvellen van deze werkbladen. Wanneer ik een nieuw werkblad neerleg, stop ik daar het nieuwe antwoordblad in.

Kijk ik zelf dan niet meer na? 

Jawel. Ik doe steekproeven, kijk vooral tijdens het werken met ze mee en kijk bij bepaalde dingen wel volledig zelf na zoals stelopdrachten. (Nadat ze elkaars werk hebben nagekeken) Maar naar mijn mening zijn al die stapels nakijken onnodig en niet effectief. Wanneer ik als leerkracht, na schooltijd alles nakijk en de volgende dag het schrift pas op de tafel ligt, is het kind zijn hele denkproces alweer vergeten. Bewezen is dat er het meest geleerd wordt van feedback binnen het proces. (o.a. Hattie & Timperley, 2007; sluijsmans e.a., 2013;William & Leahy, 2015) Feedback wanneer het kind ermee bezig is, op dat moment. Het is niet nuttig als er niets gedaan wordt met die fouten. ‘Oh, ik had 5 fout, jammer’ daar wordt niets van geleerd. Ik zeg niet voor niets altijd: I LOVE FOUTEN. Ik leer mijn leerlingen dat ze pas echt leren wanneer ze kritisch kijken naar hun fouten: ‘Waarom was dit fout?’ en ‘Bij welke stap ging het verkeerd’ daarna: ‘Hoe moet het dan wel?’ en: ‘Wie kan mij hierbij helpen?’ Ze moeten zichzelf constant afvragen: ‘Snap ik het nu?’ Na het maken van het werk kijken ze dus zelf na en bespreken hun fouten met een klasgenoot of met mij. Klakkeloos antwoorden overschrijven is dan ook zinloos. Bij een nieuwe klas merk ik dan ook snel dat dit ook echt niet meer gebeurt. Want wat moet je met een goed overgeschreven antwoord? Ik vertel altijd dat ik juist trots ben wanneer ik zie dat een kind zijn fouten na loopt en navraag doet. 

Naast mijn nakijktafel staan de 3 bekende bakken met daarop: 0,1,2 fout – 2,3,5 fout – meer fout. Nadat de kinderen hun werk nagekeken hebben, de fouten bekeken hebben en uitgebreid verbeterd hebben, leggen ze het werk in deze bakken. Zo weet ik hoe het werk gemaakt is, ook nadat het verbeterd is. (Verbeteren na de fouten telt niet meer als ‘goed’ zodat ik de juiste informatie krijg) N.a.v. het gemaakte werk bekijk ik wat ik de volgende les doe. Daarbij kijk ik dus vooral wat mijn leerlingen nodig hebben. Als ik zie dat er veel fouten gemaakt zijn, ga ik de volgende dag verder met instructie en werk op niveau. Als de meerderheid 0, 1 of 2 fout had, kan ik een stap verder binnen dit leerdoel of door met een ander leerdoel. Ik ben dus constant bezig met peilen. Dat de kinderen zelf nakijken maakt dat ik deze tijd kan steken ik het voorbereiden van goede, passende lessen. Win-win dus. 

– Hoe geef jij het zelfstandig nakijken vorm? 

Het grote stille werkwoordenspel

Werkwoordspelling is natuurlijk eigenlijk maar 1 ding: oefenen, oefenen, oefenen. Dat eeuwige vervoegen kwam mij vroeger echt de neus uit. Ik probeer dus op allerlei afwisselende manieren bezig te zijn met werkwoordspelling. Zo bedacht ik ‘Het Grote Stille Werkwoordenspel’. Ideaal voor de rust kan ik jullie vertellen en ze vinden het nog leuk ook! 

Wat heb je nodig?

Ik heb de leuke werkwoordkaartjes van juf Joycella gebruikt maar deze zijn helaas niet meer beschikbaar. Daarom heb ik een document gemaakt met 31 werkwoordkaartjes, alle antwoorden van deze vervoegingen, vervolgbladen & nog 7 andere werkvorm-ideeën die jij direct kunt toepassen in de klas. Dit document kun jij dus eindeloos gebruiken om actieve werkvormen rondom werkwoordspelling in te zetten. Shop ‘m nu hier!

Hoe werkt het?

Voor de lol vertelde ik mijn klas dat er bij dit spel maar 1 winnaar kan zijn. Of de klas, of de juf. Als zij 75% van de woorden goed vervoegd hebben samen, winnen zij. Zo niet, dan win ik. Zo ontstond er een echte teamspirit :D! 

Dit spel in stappen:

  1. Ieder kind krijgt een werkwoord op zijn/haar rug geplakt. Hij/zij weet niet welk werkwoord dit is.
  2. De klas loopt in STILTE rond. Iedereen probeert te achterhalen wat er op zijn/haar rug staat door enkel uit te beelden. Met de wisbordjes mogen ze raden d.m.v. schrijven, zo laten ze elkaar zien of ze het woord goed begrepen hebben. Er mag niet gepraat worden.
  3. Als een kind het werkwoord geraden heeft loopt het snel naar een vervoeg-kaart en vervoegt alle woorden zo goed mogelijk. (In het lokaal hangen overal vervoeg-kaarten zodat ze naar de muur moeten lopen)
  4. Als leerkracht loop ik rond om te controleren. Ik schrijf alleen het aantal goede antwoorden op de kaart. 7 goed betekent dus geen fouten. Zijn er minder goed, dan moet de fout worden gezocht en verbeterd. Per kaart kunnen ze 7 punten verdienen.
  5. Na het vervoegen moeten ze elkaar helpen aan een nieuw werkwoord. (Op de rug plakken) En zo herhaalt het zich steeds. Ondertussen moeten ze ook in de gaten houden of hun kaart al nagekeken is en of alle punten wel behaald zijn. Ze kunnen zelfs (zonder praten) hulp inschakelen van een ander. Andersom kan een leerling een ander kind ook halen om zijn/haar kaart te corrigeren omdat er een fout ontdekt is. 
  6. Aan het eind berekenen we samen de score en bespreken we moeilijkheden.

De klas was super fanatiek en hebben binnen 20 minuten alle kaarten op gespeeld. Er komt binnenkort een revanche aan want deze keer zaten ze net onder de 75%. Ze hebben nu al zin om dit nog een keer te spelen. Een aanrader dus!

 

Pubquiz – Juf Joyce

Bekijk vanaf minuut 4:31 de Pubquiz in de klas van Juf Joyce

De PUBQUIZ!! –> manier waarmee leerlingen controleren hoe goed ze de stof kennen!

WAAROM PUBQUIZ?

Ik wilde de herfstvakantie op een leuke, maar zeker ook educatieve manier afsluiten. Ik was aan het opruimen thuis en ik dacht bijna veel weg te kunnen gooien.. totdat ik dacht, maar wacht! Ik kan dit ook aan mijn leerlingen geven. Zo ontstond het idee van een PUBQUIZ. Ik nam alle leuke hebbedingetjes mee naar school. Ik had zoveel, dat iedereen wel met ‘iets’ naar huis ging. De kinderen waren in teams verdeeld en iedereen kreeg een rol. Van de alfa man/vrouw tot meneer en mevrouw positivo! Het is niet alleen belangrijk om een leider in je groep te hebben, maar ook iemand die zorgt voor positiviteit en zorgt dat het ‘samen’ wordt gedaan. De kinderen mochten samen overleggen. De kinderen waren zo enthousiast dat ze wederom de pauze vergaten. Zo oefenden we alle eerder aangeboden stof in één middag op een leuke manier. De kinderen waren echt betrokken en iedereen deed mee.

  • In de PowerPoint staat de uitleg, werkwijze en de rollen beschreven.
  • Antwoordenblad geeft duidelijk aan hoeveel punten je kunt verdienen bij elke categorie.
  • POWERPROOF is een leuke toevoeging waarmee ze maar liefst 5 PUNTEN kunnen verdienen met hun team!

Wil je gebruik maken van deze gratis materialen? Klik dan hier.

Heel veel plezier ermee en laat je het ons even weten als je het gebruikt? 🙂

Joyce van Kasteren (@JufJoyce)

 

Gewichtsmaten omzetten – 3 activiteiten

In groep 7/8 zijn we nu veel bezig met omzetten van gewichtsmaten. Ik heb door de jaren heen gemerkt dat dit weinig betekenis heeft bij de kinderen. Ik besloot daarom enkele activiteiten rondom de gewichtsmaten te bedenken om het meer betekenis te geven én om het op een andere manier weer eens flink te oefenen.

Ik opende de les met de eerste, onderstaande foto. Mijn vraag hierbij: Wat zou ik hier nou gekocht hebben?

Van make-up tot aan medicijnen, ze konden het wel bedenken. Vervolgens haalde ik een grote zak snoep tevoorschijn. ‘Snoep natuurlijk!!’ (we weten allemaal inmiddels dat ‘gezonde juf’ niet mijn titel is, ik doe m’n best) Met ogen als schoteltjes keken ze me aan, neemt ze nou echt een zak snoep mee? Mijn volgende vraag was: ‘Hoeveel denken jullie dat deze zak snoep weegt? Schrijf het op je wisbordje!’ 

Ik besprak nog geen antwoorden met ze maar liet op het bord 3 weegschalen zien met: 0,48kg – 480 gr – 480000 mg. Mijn vraag daarna: ‘Bekijk deze weegschalen eens. Op welke weegschaal heeft mijn snoepzak gelegen? Schrijf het op je wisbordje’ Een enkeling kwam erachter dat ik ze in de maling nam en alle weegschalen correct waren. ‘Jammer, als de hele klas het goed had zou ik met jullie delen’ lachte ik hard. Dat was een grapje, ik wilde best een snoepje met ze delen na deze les. Ik ging verder: ‘Wat moet jij goed kunnen wil je dit doorhebben? Wat is het lesdoel van deze les, denk je? Schrijf het op je wisbordje.’ Door het lesdoel uit de kinderen te laten komen, het liefst door het ze te laten ervaren, zijn ze meer betrokken bij het lesdoel. 

‘Ik leer/oefen/herhaal het omzetten van gewichtsmaten’

Om te kijken in hoeverre de kinderen dit leerdoel al beheersten, deed ik de werkvorm uit het onderstaande filmpje: (Klik op de titel om op YouTube te bekijken als dit te klein weergegeven wordt) Tekst gaat onder het filmpje verder*

De sommen hebben een bepaalde kleur zodat dit gekoppeld kan worden aan een niveau. Zo is blauw niveau 1, geel niveau 2, groen niveau 3 en rood niveau 4. Het loopt op in moeilijkheidsgraad. 

Ik heb van te voren op 4 niveaus werkbladen geprint. De kinderen mochten zelf de keuze maken op welk niveau zij wilden werken deze les. N.a.v. de informatie die ik kreeg uit de werkvorm, maakte ik de keuze om uitleg te geven aan de grootste groep: niveau 2. De andere kinderen konden kiezen of zij samen wilden werken (kinderen met bewezen niveau 4 konden de kinderen met niveau 1 helpen). De kinderen kijken tussendoor zelf na, regelmatig komt het voor dat kinderen erachter komen dat ze nog uitleg nodig hebben (‘Juf, mag ik meedoen?’) of dat zij een niveau hoger aan kunnen (‘Ik had alles goed, ik pak niveau 4’). Dit zijn mooie ontwikkelingen. De kinderen zijn gemotiveerd en ik zie vooruitgang! 

Ik heb aansluitend op deze les nog 2 activiteiten gemaakt waarbij de kinderen echt tot denken worden aangezet, het omzetten van de maten meer betekenis krijgt en de kinderen allemaal optimaal betrokken zijn. Na de vakantie wil ik deze gaan inzetten. Wordt vervolgd…

Ben je benieuwd, wil je graag gebruik maken van mijn materialen? Je kunt deze 3 activiteiten, uitgewerkt met materialen en uitleg, nu hier in de webshop vinden.