Pop-it in je taalles gebruiken (de nieuwste rage)

Pop-its, wie kent ze nu niet? Het is de nieuwste rage en bijna de hele klas bezit zo’n ding. Inclusief Juf Joyce! Zij bedacht er een leuke activiteit mee op het gebied van taal. Deze deelt zij graag met jullie hier. (De materialen kun je hier gratis downloaden)
 
‘In mijn klas werk ik bij zinsontleding standaard met kleuren: rood = persoonsvorm, blauw = onderwerp, etc. Ik zag gelijk in de versie van de regenboog pop-it voor me, waarin ik deze kleuren goed in kon zetten. Zodoende maakte ik hier een spel van: Let’s pop it!’
 

Hoe werkt het?

Er zijn 72 kaartjes met zinnen waarin één woord of meerdere woorden zijn onderstreept en dikgedrukt zijn. De kinderen bedenken welk zinsdeel hierbij hoort en poppen de juiste kleur. Wie heeft als eerste het juiste antwoord gepopt? Kinderen die niet bekend zijn met de kleuren kunnen een hulpkaart gebruiken. Deze leggen ze boven hun pop-it neer, zodat ze kunnen kijken welke kleur bij welk zinsdeel hoort. Succes gegarandeerd! Ik zou zeggen, poppen maar!’ 


Wil jij de volledige video hierbij zien? Dat kan in VLOG 76 op mijn YouTube kanaal HIER.


– Joyce van Kasteren 


(Houd deze pagina en de pagina van Joyce goed in de gaten, ons creatieve brein staat niet stil :D)

– winactie – winactie – winactie –

Kennen jullie Happy Kiddo al? 

Dat is een boekenclub voor kinderen, waarbij je voor een maandelijks bedrag van 14,95 elke maand een nieuw (surprise) boekenpakket door de brievenbus krijgt!

En ik mag één zo’n surprise boekenbox van Happy Kiddo weggeven!!!
Dit boekenpakket bevat vier soorten kinderboeken. Deze zijn afgestemd op leeftijd, passend bij de ontwikkelingsfase en geselecteerd voor jongens of meisjes. Ze hebben pakketten voor kinderen van 0 t/m 10 jaar. Hoe leuk is dat? Een boekenpakket, dat als verassing door de brievenbus komt!

Wat zit er in het pakket?
In het pakket zit standaard minimaal 1 groot (voor)leesboek en daarnaast ook creatieve doe-boeken, zoals voel-doe- en speelboeken, boekjes met taaloefeningen, kleur- en knutselboeken etc. Wie wil dat nou niet! Lees meer informatie over Happy Kiddo hier.

Wat moet je doen om kans te maken?

1. Like en volg Teach&Cher op Facebook én/of instagram (dubbel liken+volgen = dubbel kans)
2. Volg Happy Kiddoos op Instagram
3. Deel deze winactie en vertel voor welk kind jij dit graag zou willen winnen, met de leeftijd en de reden waarom je dit zou willen winnen.


Wij kiezen woensdag 17 maart een winnaar!

Deel dit op Facebook
Deel dit op twitter
Deel dit op LinkedIn

Aan de slag met de verkiezingen

De verkiezingen komen eraan. Hier besteden we in de klas natuurlijk ook aandacht aan. Hoe leuk is het, om de leerlingen zelf te laten ervaren wat er in de politiek gebeurt? Mijn topper van een stagiaire (Tanisha Leonora) gaf laatst deze te leuke les! Alle kinderen kregen ‘een probleem’ waar zij als ‘partij’ oplossingen voor moesten bedenken. Uiteindelijk moesten de plannen kort ‘gepitcht’ worden. 

Wauw. Wat kan ik toch genieten van dit soort momenten. Ik zag samenwerkende, discussiërende kinderen, met de meest creatieve oplossingen en goede argumenten. Dat moest ik even vastleggen!  (helaas met wat knip en plakwerk want het filmpje was heel lang, ze hadden zoveel goede ideeën!) Dit is echt een voorbeeld van: Wat als we ze nou zelf eens wat meer laten nadenken? 😉

Kunnen ze goed hè? Ik ben trots! Mijn stem hebben ze! 

Wil jij deze les ook geven? Mijn stagiaire heeft de materialen gratis beschikbaar gesteld. Klik hier.

Online 30 seconds spelen met de klas

Aan het eind van de online lesdag sluit ik vaak af met een quiz, educatief spel of gewoon een gezellig spelletje. In de klas vinden mijn leerlingen het erg leuk om 30 seconds te spelen, online is het bijna net zo leuk. Ik gebruik de originele kaartjes van 30 seconds (junior) hiervoor, maar je kunt natuurlijk ook gewoon woordenschat woorden uit de methode of zelfbedachte woorden gebruiken.

In plaats van beurten (zoals in het echt) speelt online ieder voor zich. Ik beschrijf de woorden op de kaartjes, geef denktijd en een ieder die het woord weet kan zijn of haar antwoord sturen in SMART Learning Suite. Na ieder kaartje bespreek ik de goede antwoorden, iedereen houdt zijn eigen punten bij. Een leuke, gezellige dag afsluiting!

Speel jij 30 seconds wel eens online?

Afwisseling binnen woordenschat (online)

Het online lesgeven vraagt nog meer afwisseling dan het fysieke lesgeven. Hier speel ik op in door regelmatig af te wisselen in de manieren waarop ik de lesstof aanbied of herhaal. Zo ook tijdens woordenschat. Ik maakte online een woordzoeker, hier plaatste ik eerder aangeboden woorden in.

Je kunt een woordzoeker nu natuurlijk gemakkelijk online zelfstandig laten maken. Maar ik wilde de woorden nogmaals bespreken met ze, weer net even op een andere manier. Ik vind het leuk om interactie te hebben met mijn groep, daarom maakte ik hier een individuele activiteit van in SMART Learning Suite. Zo kon iedereen tijdens het videobellen actief mee doen en had ik de mogelijkheid om live mee te kijken via mijn scherm. 

In het begin beschreef ik de woorden, mijn leerlingen moesten de woorden vinden en afstrepen in de woordzoeker. (Het filmpje is geknipt en geplakt, ze krijgen ruim de tijd om de woorden te zoeken) Tegen het eind van de les waren er een aantal woorden nog niet aan bod gekomen. Ik liet mijn leerlingen opzoek gaan naar de resterende woorden, zij moesten de betekenissen hiervan opschrijven/vertellen. 

Heel simpel, vraagt weinig voorbereidingstijd en is toch erg effectief. Mijn klas was enthousiast, misschien is dit ook wel iets voor jou!

Tip: Dit kun je natuurlijk ook goed inzetten tijdens spelling, waarna ze de woorden moeten overschrijven of een zin met het woord moeten maken. 

Interactieve startopdracht – online lesgeven

Normaliter zie je jouw leerlingen de klas binnenkomen. De één huppelend, vrolijk en de ander met een donderwolkje boven het hoofd. Je ‘ziet’ de kinderen, zij hoeven het soms niet eens te vertellen. Hier kan jij met jouw leerkrachtvoelsprieten (ik vind dat 1 woord) direct op inspelen. Online is dit een ander verhaal. 

Daarom start ik mijn online lessen altijd met een startopdracht. Daar is de opdracht uit het bovenstaande filmpje één voorbeeld van. 

Ik heb uit SMART Learning Suite een standaard format gepakt en daarin mijn eigen opdrachten geschreven. Ik kies ervoor om ze te laten tekenen en/of schrijven/typen. Daarbij laat ik ze ook een afbeelding zoeken. Sommige kinderen kunnen zich beter uitdrukken met beeld. Ik geef opdrachten zoals: ‘Laat met een plaatje zien hoe jouw week is tot nu toe’ of: ‘Teken hoe jij je voelt vandaag’ of ‘Typ hoe jij er vandaag voor gaat zorgen dat je goed kunt werken’

Na een paar minuten (meestal 5) deel ik mijn scherm en klik ik om de beurt alle opdrachten open. Zo ga ik korte gesprekjes aan en weet ik zeker dat iedereen even aan bod komt. Als ik opvallende dingen voorbij zie komen ga ik individueel even het gesprek aan met dat kind. Zo’n opening zorgt ervoor dat iedereen even ‘aan’ gezet wordt, ik een zicht heb op hoe zij zich voelen en het geeft een aanleiding tot goede gesprekken.

Ik hou van afwisseling dus doe niet iedere dag hetzelfde, maar ik zorg wel dat ik iedere dag voor een pakkende opening waarmee ik iedereen activeer.

Hoe open jij je online lesdag? Gebruik jij SMART Learning Suite al binnen jouw lessen? Klik op de onderstaande knop om je gratis in te schrijven om het 45 dagen te proberen.

Facebook
Twitter
LinkedIn

Taalverzorging met SMART Learning Suite

Ben jij ook benieuw naar de mogelijkheden van SMART Learning Suite? Schrijf je nu in via de knop hieronder en probeer SLS zelf uit! De komende tijd zal ik verschillende inspiratie videos plaatsen om te laten zien hoe ik hiermee werk. Houd mijn pagina dus goed in de gaten!

Hoge betrokkenheid bij begrijpend lezen

Het vak ‘begrijpend lezen’ daar hangt bijna een soort grote, dikke, negatieve wolk boven. 

Daar moest ik iets mee. Door de jaren heen heb ik veel gehoord over het afzwakken van de aandacht en motivatie van leerlingen tijdens begrijpend lezen. Dat kan natuurlijk meerdere redenen hebben zoals o.a.: ze vinden het (te) moeilijk, geen motivatie om te lezen, de onderwerpen spreken ze niet aan, ze vinden het saai enzovoort. 

Wat doe ik om de betrokkenheid bij een begrijpend leesles te vergroten?

Bij een uitgebreide begrijpend leesles zet ik LUMIO (voorheen Smart Learning Suite) in om mijn leerlingen optimaal betrokken te houden. In de video is te zien dat ik een ‘Shout-It-Out’ pagina uitzet met 4 tabbladen. De vragen verschillen per les, onderstaand een voorbeeld van 4 vragen:

1. Waar denk jij dat deze tekst over gaat?

2. Wat gaat deze tekst jou vertellen, denk je? (Wat je nog niet weet)

3. Welke moeilijke woorden lees je in de tekst?

4. Wat zijn de betekenissen van de moeilijke woorden? (In eigen woorden)

Bij vraag 1 & 2 is de tekst nog niet uitgedeeld, maar zijn alleen de kopjes bekend gemaakt. (En de titel) Bij vraag 2 lees ik vaak kort de inleiding voor. Iedereen denkt hierover na en stuurt een antwoord naar het bord. Ik bespreek enkele antwoorden en er ontstaat een kort gesprek. Vervolgens wordt de tekst gelezen en gaan we in gesprek met elkaar, klopte jouw voorspelling? Heb je inderdaad de kennis opgedaan die je voorafgaand het lezen had bedacht? Welke vragen roept deze tekst op?

Tijdens het lezen sturen ze de moeilijke woorden naar het bord. Het stappenplan voor het achterhalen van een moeilijk woord, wordt gevolgd en betekenissen (in eigen woorden) worden tijdens het lezen naar het bord gestuurd. Als alle moeilijkheden uit de tekst gehaald zijn en we dit besproken hebben, model ik mijn werkwijze voor het beantwoorden van vragen over de tekst. Er volgt een begeleide in-oefening met een nieuw tabblad van Shout It Out waar ik de leerlingen weer bij betrek en ze activeer allemaal actief mee te doen door antwoorden te sturen. Na de jullie-jij fase binnen deze les, volgt de zelfstandige verwerking. 

In de video is te zien hoe ik deze les op een leuke manier afsluit, met een monsterquiz. 

Ik merk een hoge betrokkenheid bij mijn begrijpend leeslessen wanneer ik constant de interactie opzoek en input van mijn leerlingen vraag. 

Ook uitproberen?

Wil jij nu al graag experimenteren met LUMIO? Dat kan! Je kunt het namelijk via de onderstaande knop gratis (volledig) uitproberen! 

Houd mijn socials in de gaten want binnenkort mag ik een LUMIO account weggeven!

Het ‘die, deze, dit, dat – spel’ (WINACTIE)

Je kent het vast wel: ‘Die meisje zag ik laatst!’ ‘DAT meisje’ klinkt jouw stem dan door de klas. Je kunt het niet vaak genoeg herhalen, maar het blijft niet hangen. Daar bedachten wij dit leuke spel voor. Nadat het lidwoordenspel een groot succes bleek, maakten wij deze variant met de aanwijzende voornaamwoorden: die. deze, dit & dat. Met dit spel, met maar liefst 192 woordkaartjes, kunnen kinderen eindeloos oefenen op een speelse manier. Dit spel bevat 3 aparte spellen namelijk: die/dat, deze/dit en alle vier de voornaamwoorden door elkaar. 

Hoe werkt het? (Bekijk het filmpje hier)

Kies welke variant je gaat spelen. Speel dit spel met 2 tot 4 personen. Iedereen krijgt een speelkaart.  Alle woordkaarten liggen ondersteboven op tafel. De desbetreffende aanwijzende voornaamwoorden liggen leesbaar in het midden van alle spelers. 

Er wordt telkens 1 woordkaartje omgedraaid en benoemd. De kinderen raken zo snel mogelijk het juiste aanwijzende voornaamwoord aan dat daarbij hoort. Het kind dat het snelst is mag de kaart pakken en op zijn speelkaart leggen. Aan het eind worden alle kaarten nagekeken en de punten opgeteld. Wie heeft er gewonnen? Kun je je eigen score verbeteren? Welke fouten werden gemaakt? Welke woorden zijn moeilijk en waarom?

Een leuk & leerzaam spel, ook voor thuis! 

Shop ‘m nu in mijn webshop.

Leerlingen zelf laten nakijken op een effectieve manier

Het belang van nakijken 

Nakijken vinden we allemaal erg belangrijk. Maar wat is het doel van nakijken? Naast peilen of jouw instructie goed ontvangen is, is het onder andere dat het kind inzicht krijgt in zijn leren. Als ik als leerkracht alles nakijk kom ìk daarachter maar het kind zelf niet. Dan geef ik ze op een presenteerblaadje: ‘Dit deed je goed, dit, dit en dit deed je fout.’  Als de leerlingen zelf nakijken komen ze er zelf achter welke fouten ze hebben gemaakt. Dit geeft een stukje inzicht, soms schatten ze zichzelf namelijk verkeerd in. (‘Huh, ik dacht dat ik dit goed had’) Daarna is de kunst dat zij leren: ‘Wat doe ik met deze fouten?’ 

De inrichting van mijn nakijktafel/muur

Het zelf nakijken is een belangrijk onderdeel van de les.De nakijktafel/muur is dan ook zo ingericht om dit zo effectief en makkelijk mogelijk te maken voor de leerlingen. Op de muur hangen plastic insteek hoezen waar ik de nakijkbladen (of soms nakijkboekjes) van de desbetreffende les hang. Zo kunnen alle 3 de leerlingen die daar staan (er mogen max. 3 leerlingen tegelijk nakijken) het goed zien. In de zwarte bakken rechts liggen werkbladen met eerder aangeboden doelen en altijd het recente doel. De kinderen kunnen zo op ieder moment zelf kiezen om nogmaals te oefenen. Deze bakken worden steeds aangevuld. Onderin liggen per vak mapjes met de nakijkvellen van deze werkbladen. Wanneer ik een nieuw werkblad neerleg, stop ik daar het nieuwe antwoordblad in.

Kijk ik zelf dan niet meer na? 

Jawel. Ik doe steekproeven, kijk vooral tijdens het werken met ze mee en kijk bij bepaalde dingen wel volledig zelf na zoals stelopdrachten. (Nadat ze elkaars werk hebben nagekeken) Maar naar mijn mening zijn al die stapels nakijken onnodig en niet effectief. Wanneer ik als leerkracht, na schooltijd alles nakijk en de volgende dag het schrift pas op de tafel ligt, is het kind zijn hele denkproces alweer vergeten. Bewezen is dat er het meest geleerd wordt van feedback binnen het proces. (o.a. Hattie & Timperley, 2007; sluijsmans e.a., 2013;William & Leahy, 2015) Feedback wanneer het kind ermee bezig is, op dat moment. Het is niet nuttig als er niets gedaan wordt met die fouten. ‘Oh, ik had 5 fout, jammer’ daar wordt niets van geleerd. Ik zeg niet voor niets altijd: I LOVE FOUTEN. Ik leer mijn leerlingen dat ze pas echt leren wanneer ze kritisch kijken naar hun fouten: ‘Waarom was dit fout?’ en ‘Bij welke stap ging het verkeerd’ daarna: ‘Hoe moet het dan wel?’ en: ‘Wie kan mij hierbij helpen?’ Ze moeten zichzelf constant afvragen: ‘Snap ik het nu?’ Na het maken van het werk kijken ze dus zelf na en bespreken hun fouten met een klasgenoot of met mij. Klakkeloos antwoorden overschrijven is dan ook zinloos. Bij een nieuwe klas merk ik dan ook snel dat dit ook echt niet meer gebeurt. Want wat moet je met een goed overgeschreven antwoord? Ik vertel altijd dat ik juist trots ben wanneer ik zie dat een kind zijn fouten na loopt en navraag doet. 

Naast mijn nakijktafel staan de 3 bekende bakken met daarop: 0,1,2 fout – 2,3,5 fout – meer fout. Nadat de kinderen hun werk nagekeken hebben, de fouten bekeken hebben en uitgebreid verbeterd hebben, leggen ze het werk in deze bakken. Zo weet ik hoe het werk gemaakt is, ook nadat het verbeterd is. (Verbeteren na de fouten telt niet meer als ‘goed’ zodat ik de juiste informatie krijg) N.a.v. het gemaakte werk bekijk ik wat ik de volgende les doe. Daarbij kijk ik dus vooral wat mijn leerlingen nodig hebben. Als ik zie dat er veel fouten gemaakt zijn, ga ik de volgende dag verder met instructie en werk op niveau. Als de meerderheid 0, 1 of 2 fout had, kan ik een stap verder binnen dit leerdoel of door met een ander leerdoel. Ik ben dus constant bezig met peilen. Dat de kinderen zelf nakijken maakt dat ik deze tijd kan steken ik het voorbereiden van goede, passende lessen. Win-win dus. 

– Hoe geef jij het zelfstandig nakijken vorm?