– winactie – winactie – winactie –

Kennen jullie Happy Kiddo al? 

Dat is een boekenclub voor kinderen, waarbij je voor een maandelijks bedrag van 14,95 elke maand een nieuw (surprise) boekenpakket door de brievenbus krijgt!

En ik mag één zo’n surprise boekenbox van Happy Kiddo weggeven!!!
Dit boekenpakket bevat vier soorten kinderboeken. Deze zijn afgestemd op leeftijd, passend bij de ontwikkelingsfase en geselecteerd voor jongens of meisjes. Ze hebben pakketten voor kinderen van 0 t/m 10 jaar. Hoe leuk is dat? Een boekenpakket, dat als verassing door de brievenbus komt!

Wat zit er in het pakket?
In het pakket zit standaard minimaal 1 groot (voor)leesboek en daarnaast ook creatieve doe-boeken, zoals voel-doe- en speelboeken, boekjes met taaloefeningen, kleur- en knutselboeken etc. Wie wil dat nou niet! Lees meer informatie over Happy Kiddo hier.

Wat moet je doen om kans te maken?

1. Like en volg Teach&Cher op Facebook én/of instagram (dubbel liken+volgen = dubbel kans)
2. Volg Happy Kiddoos op Instagram
3. Deel deze winactie en vertel voor welk kind jij dit graag zou willen winnen, met de leeftijd en de reden waarom je dit zou willen winnen.


Wij kiezen woensdag 17 maart een winnaar!

Deel dit op Facebook
Deel dit op twitter
Deel dit op LinkedIn

Online 30 seconds spelen met de klas

Aan het eind van de online lesdag sluit ik vaak af met een quiz, educatief spel of gewoon een gezellig spelletje. In de klas vinden mijn leerlingen het erg leuk om 30 seconds te spelen, online is het bijna net zo leuk. Ik gebruik de originele kaartjes van 30 seconds (junior) hiervoor, maar je kunt natuurlijk ook gewoon woordenschat woorden uit de methode of zelfbedachte woorden gebruiken.

In plaats van beurten (zoals in het echt) speelt online ieder voor zich. Ik beschrijf de woorden op de kaartjes, geef denktijd en een ieder die het woord weet kan zijn of haar antwoord sturen in SMART Learning Suite. Na ieder kaartje bespreek ik de goede antwoorden, iedereen houdt zijn eigen punten bij. Een leuke, gezellige dag afsluiting!

Speel jij 30 seconds wel eens online?

Afwisseling binnen woordenschat (online)

Het online lesgeven vraagt nog meer afwisseling dan het fysieke lesgeven. Hier speel ik op in door regelmatig af te wisselen in de manieren waarop ik de lesstof aanbied of herhaal. Zo ook tijdens woordenschat. Ik maakte online een woordzoeker, hier plaatste ik eerder aangeboden woorden in.

Je kunt een woordzoeker nu natuurlijk gemakkelijk online zelfstandig laten maken. Maar ik wilde de woorden nogmaals bespreken met ze, weer net even op een andere manier. Ik vind het leuk om interactie te hebben met mijn groep, daarom maakte ik hier een individuele activiteit van in SMART Learning Suite. Zo kon iedereen tijdens het videobellen actief mee doen en had ik de mogelijkheid om live mee te kijken via mijn scherm. 

In het begin beschreef ik de woorden, mijn leerlingen moesten de woorden vinden en afstrepen in de woordzoeker. (Het filmpje is geknipt en geplakt, ze krijgen ruim de tijd om de woorden te zoeken) Tegen het eind van de les waren er een aantal woorden nog niet aan bod gekomen. Ik liet mijn leerlingen opzoek gaan naar de resterende woorden, zij moesten de betekenissen hiervan opschrijven/vertellen. 

Heel simpel, vraagt weinig voorbereidingstijd en is toch erg effectief. Mijn klas was enthousiast, misschien is dit ook wel iets voor jou!

Tip: Dit kun je natuurlijk ook goed inzetten tijdens spelling, waarna ze de woorden moeten overschrijven of een zin met het woord moeten maken. 

(online) Hokjesquiz om op een leuke, betrokken manier de lesstof te behandelen

Als jij als leerkracht alleen aan het ‘zenden‘ bent, bestaat er een grote kans dat je leerlingen snel afhaken. Dit is in het klaslokaal al zo, laat staan online. Ik heb tijdens de vorige lockdown gemerkt dat je online ook echt de leerlingen betrokken en actief kunt houden. Deze quiz is daar een voorbeeld van. Het is leuk om in te zetten voor een moment waarin je met alle leerlingen online bent. (Videobellen)

De kern van de quiz:

Het ‘speelveld’ bestaat uit allemaal hokjes met daaronder open vragen, in deze versie zijn dat vragen over spelling. In de klas speel ik dit in groepjes, online is het ieder voor zich. De leerlingen hebben een scoreblad, wat ik digitaal heb gemaakt via SMART Learning Suite. Hier schrijven ze antwoorden op en houden ze hun eigen punten bij.

Puntentelling:

Het kind dat de beurt krijgt is de actieve speler. Dit kind kan 5 punten verdienen. Alle andere kinderen schrijven het antwoord ook op en kunnen daarmee 1 punt verdienen. Een fout antwoord is 0 punten.

Wedstrijd of niet? 

Deze quiz kun je inzetten als een soort wedstrijd. ‘Wie heeft het meeste punten?’ Maar je kunt het ook inzetten voor een stukje inzicht. ‘Wat doe ik al goed en wat kan beter?’ of ‘Welke fouten maak ik nog? Waar ligt dit aan?’ 

Vaker inzetten

Deze quiz kun je natuurlijk meerdere keren spelen en zo kun je ook eigen scores laten verbeteren. Je kunt de quiz later ook weer gebruiken fysiek, in het klaslokaal. Aanpassen is makkelijk en het valt zo om te zetten naar een ander vak.

Het maken van deze quiz vraagt nogal wat voorbereiding. Heb jij daar geen zin in of tijd voor? Shop ‘m dan voor een klein prijsje in de webshop. Klik hier (Valt ook zelf aan te passen!) Hier zit ook direct een instructiefilmpje bij voor het invoegen van het scoreblad in SMART Learning Suite.

In de webshop is er ook een rekenvariant te vinden. Binnenkort komen er meer versies online!

Interactieve startopdracht – online lesgeven

Normaliter zie je jouw leerlingen de klas binnenkomen. De één huppelend, vrolijk en de ander met een donderwolkje boven het hoofd. Je ‘ziet’ de kinderen, zij hoeven het soms niet eens te vertellen. Hier kan jij met jouw leerkrachtvoelsprieten (ik vind dat 1 woord) direct op inspelen. Online is dit een ander verhaal. 

Daarom start ik mijn online lessen altijd met een startopdracht. Daar is de opdracht uit het bovenstaande filmpje één voorbeeld van. 

Ik heb uit SMART Learning Suite een standaard format gepakt en daarin mijn eigen opdrachten geschreven. Ik kies ervoor om ze te laten tekenen en/of schrijven/typen. Daarbij laat ik ze ook een afbeelding zoeken. Sommige kinderen kunnen zich beter uitdrukken met beeld. Ik geef opdrachten zoals: ‘Laat met een plaatje zien hoe jouw week is tot nu toe’ of: ‘Teken hoe jij je voelt vandaag’ of ‘Typ hoe jij er vandaag voor gaat zorgen dat je goed kunt werken’

Na een paar minuten (meestal 5) deel ik mijn scherm en klik ik om de beurt alle opdrachten open. Zo ga ik korte gesprekjes aan en weet ik zeker dat iedereen even aan bod komt. Als ik opvallende dingen voorbij zie komen ga ik individueel even het gesprek aan met dat kind. Zo’n opening zorgt ervoor dat iedereen even ‘aan’ gezet wordt, ik een zicht heb op hoe zij zich voelen en het geeft een aanleiding tot goede gesprekken.

Ik hou van afwisseling dus doe niet iedere dag hetzelfde, maar ik zorg wel dat ik iedere dag voor een pakkende opening waarmee ik iedereen activeer.

Hoe open jij je online lesdag? Gebruik jij SMART Learning Suite al binnen jouw lessen? Klik op de onderstaande knop om je gratis in te schrijven om het 45 dagen te proberen.

Facebook
Twitter
LinkedIn

Taalverzorging met SMART Learning Suite

Ben jij ook benieuw naar de mogelijkheden van SMART Learning Suite? Schrijf je nu in via de knop hieronder en probeer SLS zelf uit! De komende tijd zal ik verschillende inspiratie videos plaatsen om te laten zien hoe ik hiermee werk. Houd mijn pagina dus goed in de gaten!

Het waslijn-dictee

Vorige week bedacht ik spontaan het ‘waslijn-dictee’. Ik heb namelijk gemerkt dat wanneer ik veel afwissel in mijn aanbod van werkvormen, de motivatie hoog blijft. Bovendien zijn mijn leerlingen erg beweeglijk, een werkvorm zoals dit geeft ze de kans om een loopje te maken. Het was zo’n succes dat ik dit écht met jullie wilde delen.

Hoe werkt het?

Ik heb twee waslijnen door de klas gespannen. Omdat ik groep 7/8 heb, heb ik geprobeerd te differentiëren op niveau. Op de ene waslijn heb ik plaatjes gehangen (makkelijk) en op de andere beschrijvingen (moeilijker). Dit ging helaas op het eind door elkaar :’)

Ik wilde 4 categorieën herhalen, namelijk: Engelse leenwoorden, Franse leenwoorden, samenstellingen en woorden met een trema. Ik maakte hierbij een invulblad zodat het ook gemakkelijk na te kijken was. Per categorie had ik 4 plaatjes en 4 beschrijvingen. Zo kon ik er zeker vanuit gaan dat er minimaal 2 a 3 woorden per categorie opgeschreven zouden worden.

Uitleg: de leerlingen lopen door het lokaal en pakken een woord van de lijn. Dit woord nemen ze mee naar hun invulblad, hierop schrijven ze het woord bij de juiste categorie. Ze hangen het woord terug en pakken een nieuw woord. Dit deden we circa 20 a 25 minuten.

Vervolgens werd er nagekeken. Aan de hand van dit inzicht (waar zitten mijn moeilijkheden?) hebben mijn leerlingen een leerdoel gekozen om aan te werken binnen die les. (Op Snappet of een werkblad) Ook konden ze kiezen of ze instructie nodig hadden, een instructiefilmpje wilden bekijken, hulp van een klasgenoot wilden of uitleg van mij. 

Ik weet na deze les welke categorieën meer aandacht nodig hebben en kan hier met mijn lessen van volgende week op inspelen. #WinWin

Een grote aanrader dus! Ik zou zeggen: hang deze was op in je klas! (Ps: Laat je mij weten of dit ook een succes was in jouw klas? :D)

Materialen

Heb jij groep 7/8 en heb je geen zin/tijd om plaatjes en beschrijvingen te zoeken maar wil je deze werkvorm wel proberen? Shop de materialen voor een klein prijsje in mijn webshop! (Klik hier)

Het ‘die, deze, dit, dat – spel’ (WINACTIE)

Je kent het vast wel: ‘Die meisje zag ik laatst!’ ‘DAT meisje’ klinkt jouw stem dan door de klas. Je kunt het niet vaak genoeg herhalen, maar het blijft niet hangen. Daar bedachten wij dit leuke spel voor. Nadat het lidwoordenspel een groot succes bleek, maakten wij deze variant met de aanwijzende voornaamwoorden: die. deze, dit & dat. Met dit spel, met maar liefst 192 woordkaartjes, kunnen kinderen eindeloos oefenen op een speelse manier. Dit spel bevat 3 aparte spellen namelijk: die/dat, deze/dit en alle vier de voornaamwoorden door elkaar. 

Hoe werkt het? (Bekijk het filmpje hier)

Kies welke variant je gaat spelen. Speel dit spel met 2 tot 4 personen. Iedereen krijgt een speelkaart.  Alle woordkaarten liggen ondersteboven op tafel. De desbetreffende aanwijzende voornaamwoorden liggen leesbaar in het midden van alle spelers. 

Er wordt telkens 1 woordkaartje omgedraaid en benoemd. De kinderen raken zo snel mogelijk het juiste aanwijzende voornaamwoord aan dat daarbij hoort. Het kind dat het snelst is mag de kaart pakken en op zijn speelkaart leggen. Aan het eind worden alle kaarten nagekeken en de punten opgeteld. Wie heeft er gewonnen? Kun je je eigen score verbeteren? Welke fouten werden gemaakt? Welke woorden zijn moeilijk en waarom?

Een leuk & leerzaam spel, ook voor thuis! 

Shop ‘m nu in mijn webshop.

Leerlingen zelf laten nakijken op een effectieve manier

Het belang van nakijken 

Nakijken vinden we allemaal erg belangrijk. Maar wat is het doel van nakijken? Naast peilen of jouw instructie goed ontvangen is, is het onder andere dat het kind inzicht krijgt in zijn leren. Als ik als leerkracht alles nakijk kom ìk daarachter maar het kind zelf niet. Dan geef ik ze op een presenteerblaadje: ‘Dit deed je goed, dit, dit en dit deed je fout.’  Als de leerlingen zelf nakijken komen ze er zelf achter welke fouten ze hebben gemaakt. Dit geeft een stukje inzicht, soms schatten ze zichzelf namelijk verkeerd in. (‘Huh, ik dacht dat ik dit goed had’) Daarna is de kunst dat zij leren: ‘Wat doe ik met deze fouten?’ 

De inrichting van mijn nakijktafel/muur

Het zelf nakijken is een belangrijk onderdeel van de les.De nakijktafel/muur is dan ook zo ingericht om dit zo effectief en makkelijk mogelijk te maken voor de leerlingen. Op de muur hangen plastic insteek hoezen waar ik de nakijkbladen (of soms nakijkboekjes) van de desbetreffende les hang. Zo kunnen alle 3 de leerlingen die daar staan (er mogen max. 3 leerlingen tegelijk nakijken) het goed zien. In de zwarte bakken rechts liggen werkbladen met eerder aangeboden doelen en altijd het recente doel. De kinderen kunnen zo op ieder moment zelf kiezen om nogmaals te oefenen. Deze bakken worden steeds aangevuld. Onderin liggen per vak mapjes met de nakijkvellen van deze werkbladen. Wanneer ik een nieuw werkblad neerleg, stop ik daar het nieuwe antwoordblad in.

Kijk ik zelf dan niet meer na? 

Jawel. Ik doe steekproeven, kijk vooral tijdens het werken met ze mee en kijk bij bepaalde dingen wel volledig zelf na zoals stelopdrachten. (Nadat ze elkaars werk hebben nagekeken) Maar naar mijn mening zijn al die stapels nakijken onnodig en niet effectief. Wanneer ik als leerkracht, na schooltijd alles nakijk en de volgende dag het schrift pas op de tafel ligt, is het kind zijn hele denkproces alweer vergeten. Bewezen is dat er het meest geleerd wordt van feedback binnen het proces. (o.a. Hattie & Timperley, 2007; sluijsmans e.a., 2013;William & Leahy, 2015) Feedback wanneer het kind ermee bezig is, op dat moment. Het is niet nuttig als er niets gedaan wordt met die fouten. ‘Oh, ik had 5 fout, jammer’ daar wordt niets van geleerd. Ik zeg niet voor niets altijd: I LOVE FOUTEN. Ik leer mijn leerlingen dat ze pas echt leren wanneer ze kritisch kijken naar hun fouten: ‘Waarom was dit fout?’ en ‘Bij welke stap ging het verkeerd’ daarna: ‘Hoe moet het dan wel?’ en: ‘Wie kan mij hierbij helpen?’ Ze moeten zichzelf constant afvragen: ‘Snap ik het nu?’ Na het maken van het werk kijken ze dus zelf na en bespreken hun fouten met een klasgenoot of met mij. Klakkeloos antwoorden overschrijven is dan ook zinloos. Bij een nieuwe klas merk ik dan ook snel dat dit ook echt niet meer gebeurt. Want wat moet je met een goed overgeschreven antwoord? Ik vertel altijd dat ik juist trots ben wanneer ik zie dat een kind zijn fouten na loopt en navraag doet. 

Naast mijn nakijktafel staan de 3 bekende bakken met daarop: 0,1,2 fout – 2,3,5 fout – meer fout. Nadat de kinderen hun werk nagekeken hebben, de fouten bekeken hebben en uitgebreid verbeterd hebben, leggen ze het werk in deze bakken. Zo weet ik hoe het werk gemaakt is, ook nadat het verbeterd is. (Verbeteren na de fouten telt niet meer als ‘goed’ zodat ik de juiste informatie krijg) N.a.v. het gemaakte werk bekijk ik wat ik de volgende les doe. Daarbij kijk ik dus vooral wat mijn leerlingen nodig hebben. Als ik zie dat er veel fouten gemaakt zijn, ga ik de volgende dag verder met instructie en werk op niveau. Als de meerderheid 0, 1 of 2 fout had, kan ik een stap verder binnen dit leerdoel of door met een ander leerdoel. Ik ben dus constant bezig met peilen. Dat de kinderen zelf nakijken maakt dat ik deze tijd kan steken ik het voorbereiden van goede, passende lessen. Win-win dus. 

– Hoe geef jij het zelfstandig nakijken vorm? 

Het grote stille werkwoordenspel

Werkwoordspelling is natuurlijk eigenlijk maar 1 ding: oefenen, oefenen, oefenen. Dat eeuwige vervoegen kwam mij vroeger echt de neus uit. Ik probeer dus op allerlei afwisselende manieren bezig te zijn met werkwoordspelling. Zo bedacht ik ‘Het Grote Stille Werkwoordenspel’. Ideaal voor de rust kan ik jullie vertellen en ze vinden het nog leuk ook! 

Wat heb je nodig?

Ik heb de leuke werkwoordkaartjes van juf Joycella gebruikt maar deze zijn helaas niet meer beschikbaar. Daarom heb ik een document gemaakt met 31 werkwoordkaartjes, alle antwoorden van deze vervoegingen, vervolgbladen & nog 7 andere werkvorm-ideeën die jij direct kunt toepassen in de klas. Dit document kun jij dus eindeloos gebruiken om actieve werkvormen rondom werkwoordspelling in te zetten. Shop ‘m nu hier!

Hoe werkt het?

Voor de lol vertelde ik mijn klas dat er bij dit spel maar 1 winnaar kan zijn. Of de klas, of de juf. Als zij 75% van de woorden goed vervoegd hebben samen, winnen zij. Zo niet, dan win ik. Zo ontstond er een echte teamspirit :D! 

Dit spel in stappen:

  1. Ieder kind krijgt een werkwoord op zijn/haar rug geplakt. Hij/zij weet niet welk werkwoord dit is.
  2. De klas loopt in STILTE rond. Iedereen probeert te achterhalen wat er op zijn/haar rug staat door enkel uit te beelden. Met de wisbordjes mogen ze raden d.m.v. schrijven, zo laten ze elkaar zien of ze het woord goed begrepen hebben. Er mag niet gepraat worden.
  3. Als een kind het werkwoord geraden heeft loopt het snel naar een vervoeg-kaart en vervoegt alle woorden zo goed mogelijk. (In het lokaal hangen overal vervoeg-kaarten zodat ze naar de muur moeten lopen)
  4. Als leerkracht loop ik rond om te controleren. Ik schrijf alleen het aantal goede antwoorden op de kaart. 7 goed betekent dus geen fouten. Zijn er minder goed, dan moet de fout worden gezocht en verbeterd. Per kaart kunnen ze 7 punten verdienen.
  5. Na het vervoegen moeten ze elkaar helpen aan een nieuw werkwoord. (Op de rug plakken) En zo herhaalt het zich steeds. Ondertussen moeten ze ook in de gaten houden of hun kaart al nagekeken is en of alle punten wel behaald zijn. Ze kunnen zelfs (zonder praten) hulp inschakelen van een ander. Andersom kan een leerling een ander kind ook halen om zijn/haar kaart te corrigeren omdat er een fout ontdekt is. 
  6. Aan het eind berekenen we samen de score en bespreken we moeilijkheden.

De klas was super fanatiek en hebben binnen 20 minuten alle kaarten op gespeeld. Er komt binnenkort een revanche aan want deze keer zaten ze net onder de 75%. Ze hebben nu al zin om dit nog een keer te spelen. Een aanrader dus!